Proefneming zwemtrap (8 juli 2021)

De temperaturen zijn zo langzamerhand best aangenaam. Vannacht met deurluik open geslapen – uiteraard wel met een hor ervoor. En ’s ochtends konden we weer met korte broek in het zonnetje ontbijten. Het was een rustig aan ochtend – we hadden een korte tocht gepland (er werd ook nauwelijks wind verwacht). Maar wel wilden we twee dingen vandaag voor het eerst doen 1) (met een zeilboot) op het Ketelmeer varen en 2) zwemmen vanaf de Aquamarijn. Dat laatste vooral ook om onze zwemtrap eens goed uit te proberen.

Maar eenmaal op pad zetten we op de motor rechtstreeks koers naar de Ketelbrug. Deze brug, waarover de A6 loopt, tussen Flevoland en de Noord-Oostpolder, gaat maar twee keer per uur op vaste tijden open. Beetje plannen dus dat je niet te lang hoeft te wachten. Ondertussen even omkijken naar Urk en de daarachter gelegen windmolens in de zon. Ik vind dat een mooi plaatje.

Vijf minuten voor openingstijd bij de bug aangekomen en ons netjes even per marifoon gemeld. Om de openingstijd (en sluitingstijd voor ander verkeer) zo kort mogelijk te houden gaf de brugwachter ons expliciet instructie om niet te wachten op het groene licht maar door de brug te varen zodra het kon. Zo gezegd, zo gedaan. Alleen jammer dat toen wij door de brug waren de “tegenligger” op enige afstand was blijven wachten.

Hierna koers gezet naar het IJsseloog. Een kunstmatig eiland midden in het Ketelmeer waar binnen verontreinigd slib wordt opgeslagen. Verder is er allemaal natuur ontwikkeld en kan je er buiten goed ankeren (waar het vuile slib dus weg is). We varen er een rondje door heen en zien al veel vogels.

Daarna gaan we, met wat moeite omdat de ankerketting een beetje vastzat in de ankerbak, aan de Oostkant voor anker. Er liggen al een paar bootjes maar het is toch lekker rustig; een paar honderd meter van de best drukke vaargeul naar Kampen.

Na brood met gebakken ei heeft Ellen als eerste haar badpak aan. Het zwemtrappetje afdalen gaat haar prima af. En al snel zwemt ze een rondje rond de boot.

Ik blijf niet achter – je moet toch alles tenminste één keer gedaan hebben. En na  doorgekomen te zijn zwem ik ook ik in het water. Volgens de centrale meldpost IJsselmeer is het water iets meer dan 19 graden Celsius warm; misschien is het hier – een meter of drie diep – ietsje warmer. Na uitgezwommen te zijn beproef ook ik de zwemtrap. Hij voldoet, met drie treden onder water, uitstekend! Ellen sprak zelfs van een zwemtrap voor senioren.

Verder doen we lekker rustig aan. Ellen leest wat. Ik doe een puzzeltje.

En na het avondeten, de restanten van gister, speel ik wat gitaar.

Ellen leest onverstoorbaar verder.

En schiet plaatjes van de zonsondergang.

Skuumkoppe (7 juli 2021)

Ik weet niet of het door de harde wind kwam, maar ik heb niet eerder zo slecht geslapen op de Aquamarijn. Deze ochtend waait het ook best nog pittig. Maar de voorspelde windkracht 4-5 moeten we kunnen hebben. Er zijn ook al wat boten vertrokken. Maar ik loop eerst naar de bakker. Op de steiger doet iemand pontificaal haar Yoga oefeningen. Op haar kop staand zegt ze me goedemorgen. Ieder moet doen waar hij zich prettig bij voelt denk ik dan. Bij mij is dat naar de bakker lopen. We ontbijten daarna buiten in het zonnetje. Daarna, de boot klaarmaken voor vertrek. De buren wachten liever voordat wij vertrokken zijn.

Een box uitvaren met harde wind lukt ons nu wel. Als we maar iets achter onze boot hebben waar we lijnen aan kunnen zetten. We gebruiken weer de langste lijnen. De buren, die best wel angstig lijken dat wij hun boot gaan raken, staan klaar met hun fenders om hun boot te beschermen. Maar wij sturen onze boot langzaam op de lijnen de box uit en komen helemaal niet schreef te liggen. We krijgen een applausje van ze bij wegvaren. ‘Dat hebben jullie vast vaker gedaan’, zeggen ze dan. Maar niet verteld hoe we vaak zitten te modderen als we niet in een box liggen.

Op het IJsselmeer staan aardige golven en er staan schuimkoppen op. Dan weet je dat de windkracht in ieder geval 4 is. Hij komt uit zuidwest. We hebben geen tijd meer om het wad op te gaan, want onze vakantie loopt ten einde. En dan zit je in het noordoosten van het IJsselmeer niet zo goed met zuidwesten wind. Maar we hebben een doel verzonnen, Urk, in het zuidoosten, waarbij je helaas wel het uitstekende Stavoren moet ronden. We zijn voorbereid op flink kruisen en als het doel te ver blijkt zijn er genoeg opties om eerder aan land te gaan.

In het begin is het zeilen best pittig door de beruchte IJsselmeer golven. Maar onze boot doet het prima en wij kunnen er ook tegen. Het is vooral lastig als je binnen drinken wil halen of boterhammen wil smeren. Het doet me denken aan een tv programma waar mensen opdrachten moesten uitvoeren waarbij de vloer steeds meer onder helling komt te staan. Dan weet je pas hoe hard de zwaartekracht aan je trekt.

Rondom zien we gebieden met buien, met bewolking en met zon. Eerst hebben we vooral bewolking. De buien gaan gelukkig voor ons langs.

We hoeven slechts een paar keer over stag en kunnen dan al lange slagen maken. Ik had gelezen dat je bij zuidwester wind uit de buurt van Stavoren moet blijven (vanwege de enorme klotsbak wat het daar is) en dat doen we dus ook.

In de loop van de dag neemt de wind langzaam af, staan er minder golven en dus ook geen schuimkoppen meer en laat de zon zich steeds meer zien. Dan kunnen we om de beurt even een dutje doen in het zonnetje.

Als we rond 6 uur Urk binnenvaren (34 mijl gevaren, 7 uur onderweg) zijn we best wel moe en valt het gedoe om een plek te vinden niet mee. Het blijkt erg druk in de haven, heel wat anders dan vorig jaar en de havenmeester reageert niet op onze oproep via de marifoon. Dan zelf maar ergens gaan liggen. Blijkt een box met een rood teken. Daar mogen we dus niet liggen. Dan blijkt de havenmeester wel aan het werk, hij stuurt een veel te klein bootje in een grote box weg en wij kunnen daar dan gaan liggen.

Voldaan pakken we een biertje uit onze koelkast. Ik ben blij met de Skuumkoppe die we in blik konden krijgen. Een van de lekkerste biertjes, en de best bedachte naam voor een biertje vind ik. Als zeiler moet je wel van Skuumkoppe houden.

Even uitrusten en dan hebben we ook wel weer fut om te koken.

We weten niet waarom het hier zo druk is. We dachten dat niemand meer naar Urk zou durven vanwege de lage vaccinatiegraad hier. Het zorgt er wel voor dat wij alles zo veel mogelijk contactloos doen. Dus niet naar een restaurant. En wat fijn dat de haven via internet te betalen is.

Na het eten bij het ommetje zien we de boot van Lennard Nijgh liggen die hij ooit van een Urker Visser had gekocht en waarop hij leefde. Nu hij niet meer leeft ligt de boot hier nu blijkbaar als museumstuk.

‘The sun has gone to bed and so must I’

Zal wel wel lukken na zo’n dag.

Langs Nederlands kustpad en Zuiderzeepad (6 juli 2021)

Zoals verwacht was het vandaag een winderige dag. Maar zeker in de ochtend werd ook veel zon voorspeld. Dus na een rustig ontbijt gingen de wandelschoenen aan en stapten we richting het centrum van Makkum. Eerst nog even een kopje koffie op het terras van de Zwaan.

Daarna wandelend Makkum door. De uitgezette route was niet overal even duidelijk. Maar we kwamen aan de rand van het dorp waar best mooi grote huizen staan. Bloeiende waterlelies en hortensia’s voldoende. Zaak was om het wandelpad naar Wons te vinden. Nadat het paaltje tussen het hoge gras was gevonden nog even twijfelen aan welke kant van de sloot het wandelpad lag. In elk geval tussen de brandnetels en riet door over een hek een weiland in.

Een kilometer verder was zeker dat we goed gekozen hadden aan de overkant was een zijsloot zonder brug. Toch bleef het pad niet heel duidelijk en moesten we regelmatig een hek over.

Tot vlakbij het Terpdorp Wons het leek dat we over het erf van een boerderij moesten. We kozen toch maar achterlangs maar moesten uiteindelijk toch langs de koeistal en een veldje met geit, varken en biggen het erf verlaten. Bleek toch dat we wel goed hadden genavigeerd in het fraaie Friese land – we liepen recht op het volgende wandelpaaltje af.

In Wons even stilgestaan bij de achthoekige kerk (de Wonser theebus) en het kerkhof.

Maar al vlot liepen we verder vriendelijk begroet door een wandelaar met boekje die de andere kant op liep: “fijne wandeling” wenste hij ons toe. En dat werd het. Nu opeens vol met paaltjes die aangaven dat we op de juiste weg waren. En dat terwijl de kerktoren van Cornwerd (van de Bonifatiuskerk) ons al van verre de weg wees. Ook schreeuwde een koe om met mij op de dijk op de foto te gaan.

In Cornwerd was het tijd voor het meegebrachte suikerbrood en een blikje cola. We vonden daarvoor een mooi bankje bij het terrein van kaatsvereniging KV Meiinoar Ien. Ellen nam vast plaats achter de geraniums.

En dan naar de Zuiderzeedijk en recht terug naar Makkum. Af en toe moesten we een hekje over en tussen de schapen door. Maar vooral de straffe wind tegen maakte het wat zwaarder.

Maar toch kwam de haven die aan het einde van deze dijk in Makkum ligt in zicht.

En dan valt het laatste hekje ook niet meer zwaar.

Tijd voor een kalme middag met een boek, een sudoku, boodschappen en een douche. En dan voor het diner weer naar de Zwaan. Waar het dit keer wel min of meer lukte om samen op de foto te gaan (samen met wat sliptongetjes).

Omdat het koffiezetapparaat bij de Zwaan stuk was drinken we koffie aan boord. We wiegen lekker op de golven en de wind. Terwijl we toch lekker veilig in onze box liggen. Morgen kunnen we vast weer zeilen!

Ankerop naar Medemblik (4 juli 2021)

Er is altijd iets van spanning als je lekker ligt te slapen achter het anker. Zal, als je wakker wordt, de boot (of beter het anker) nog op dezelfde plek liggen? Voor het eerst achter een anker op stromend water – toen ik vannacht wakker werd moest ik toch even kijken of nog goed lagen. Nog donker, beetje heiig was alleen het licht van onze buurman (catamaran paar honderd meter verderop), Den Helder en Lange Jaap (de vuurturen van Kijkduin) te zien. Verder dreven we nog dus het zou wel goed zitten. Maar toen het licht was moest ik toch voor het ontbijt me even goed oriënteren.

Nou was er bij weer laag water sowieso genoeg te zien. Leek wel iets minder vogels dan gisteravond maar de zeehond lag op dezelfde plek. En een collega zwom ook even voorbij.

Ontbijt in de kuip in de zon. En plannen maken voor de dag – om te beginnen op het fokje voor de wind de geul uit (met opkomend tijd uiteraard met stroom tegen). En dan de boot klaar maken voor vertrek waarbij we genietend van de zon – nog voor we de ankerbol weghalen – een foto van onze schaduw maken.

Het anker kwam met wat zeewier boven water. Het meeste viel er tijdig af, het laatste werd met de bezem tijdig verwijderd. En dan varen we rustig weg. Blijkbaar iets te dicht langs de boei – de bank heeft zich een paar meter verplaatst. Achteruit op de motor komen we los waarna we iets verder van de boei wel op het fokje verder komen varen.

Met weinig wind en tegenstroom komen we op de fok maar langzaam het Amsteldiep uit. We zien nog tweemaal een zeehond, herkennen Aalscholvers en heel veel meeuwen. En dan kunnen we de “ondiepe” nevengeul, over de Wierbalg – in naar Den Oever. Nog steeds weinig wind maar nu natuurlijk stroom mee dus we gaan al gauw drie knopen. Niet heel spectaculair – wel heerlijk dobberen. En alle tijd om te proberen om de kerk van Oosterland (die kerk met dat zwaard) waar we langsvaren op de foto te zetten. Dat valt niet mee – vooral ook omdat waar wij de zon zitten Wieringen constant last heeft van wolken.

Na de vlot gepasseerde Stevinsluizen – omdat we met een tiental plezierjachten wel in de kolk pasten hoefden we niet te wachtten – ging op het IJsselmeer het grootzeil weer omhoog. Nog steeds in de zon voeren we op gepaste afstand – met ruime wind- langs de dijk van de Wieringermeerpolder. Dankzij buienradar wisten we inmiddels dat het bij onze eindbestemming ging regenen. En inderdaad na een gijp (vanwege de bocht in de polderdijk) zien we donkere wolken boven Medenblik. Toch zijn de kerken en stadhuis duidelijk herkenbaar.

De laatste mijlen regent het en hebben we inmiddels regenjassen aan. Via de marifoon hebben we vrolijk contact met de havendienst. Er is ruimte in de Westerhaven, we mogen aan de kop van steiger drie liggen en natuurlijk wordt ook de burg opengedaan. Na een misverstand over wat “voor” een boot is leggen we in de stromende regen langszij de steiger aan waarbij we onze voorligger niet raken. Na wat gedoe liggen de lijnen ook goed en hebben we weer walstroom.

Via de havenmeester naar Hof van Medemblik waar we voor ons laten koken – het was veel. Terug op de boot kijken we nog even naar de kerkdienst van vanochtend en lezen de krant en/of een boek!

Een nacht op het wad (3 juli 2021)

Nog een warme dag was voorspeld, met wind uit het Oosten in de loop van de dag afnemend. Als je dan op Texel zit kan je niet zoveel kanten op. Maar de afnemende tot weinig wind de komende nacht deed ons het plan maken om richting Den Oever te zeilen en daarvoor in het Amsteldiep bij het Balgzand te gaan ankeren en misschien wel ankerend te overnachten. Het is eigenlijk een zandplaat voor het oude eiland Wieringen tussen Den Helder en Den Oever in.

We maken geen haast want het is geen verre tocht. Dus ontbijten we nog lekker in het zonnetje en neem ik tijd voor een douche en brood halen. De boot naast ons vertrekt al. Dat geeft ons meer ruimte. Helaas is de Westenwind waarmee we hier aan kwamen veranderd in een Oostenwind zodat we als het ware aan lager wal liggen. Een aardige buurman wil ons komen helpen, maar het wegvaren gaat prima. Helaas lukt het Joost niet onze spiegel op tijd door de wind te krijgen en worden we dwars tegen een andere boot geduwd. Gelukkig zitten onze fenders ertussen en de buurman helpt nog even mee, en dan komen we toch weer los. Dit was nu zo’n aardige buurman. Zegt nog even: blijft lastig hè met die wind, vinden wij ook. En we worden vriendelijk uitgezwaaid.

Het is een stukje varen langs een verenigingshaven en de vissershaven van Oudeschild voor je de zee opvaart. We willen net naar buiten varen als Joost een grote vissersboot om het hoekje binnen ziet varen. Hij draait razendsnel de boot om terug de haven in. We hadden de havendienst eigenlijk uit moeten luisteren om dit te voorkomen. We weten niet of de vrouw van de havendienst voor ons haar uitkijkpost uit kwam en met handen in haar zij stond te kijken. We voelden ons wel een beetje schuldig.

We hebben eerst de vloedstroom tegen en halve wind, als we de stroom mee krijgen moeten we toch weer gaan kruisen. We worden er wel bedreven in. We bereiken de ingang van de smalle betonde geul van het Amsteldiep. Daarvoor gaan we de zeilen strijken en op de motor varen we daar naar binnen.

Het blijft altijd wat vreemd als je op de kaart geulen ziet als een soort van straten, maar die in werkelijkheid niet kan zien. Tegenwoordig is het wel makkelijk met de navigatie via gps. We zien op de kaart gewoon waar we varen en dat is netjes in de geul. Maar ook gele boeien wijzen hier ons de weg.

Op de plek waar we willen ankeren ligt al een catamaran voor anker. Maar er is genoeg plek en wij laten ons anker zakken en liggen al snel stil.

Het is nog heerlijk warm, maar helaas is het overwegend bewolkt met soms een doorbrekend zonnetje.

We lunchen door dit alles wel pas om 4 uur. Maar verder prima weer om een middagje buiten een boek te lezen en langzaam af te wachten tot het water zakt. Je krijgt een ark van Noach gevoel. Hoewel… we zien in de verte heel duidelijk Den Helder liggen en ook torentjes van kerken op Wieringen.

Rond 22 uur zou het laagste punt bereikt zijn, maar vanaf 20.30 vallen hele stukken droog. Je hoort het vooral aan het toenemen van de vogelgeluiden. Joost kookt ondertussen snel nasi en tijdens het eten zitten we eerste rang voor de voorstelling ‘Vogels op het wad’.

In de hoofdrol lepelaars die net zo gulzig eten als wij. Helaas alleen door de verrekijker goed te zien en niet zo duidelijk op de foto. Een zeehond ligt een eind verderop helemaal in zijn eentje.

Regenbuien zorgen dat we verder toch binnen gaan zitten, maar vanuit onze raampjes kunnen we ook nog wel wat zien. Gelukkig bleven voorspelde onweersbuien uit.

Helaas door de wolken geen mooie zonsondergang op het wad. Wie weet is er morgen een mooie zonsopkomst. Maar of we dan al wakker zijn is de vraag. Slapen op een boot die geankerd ligt vind ik heerlijk, je wordt vanzelf in slaap gewiegd.

Trusten.