Op Wieringen (22 juni 2021)

Lekker op tijd op. Daarom hadden we een wekker gezet. Maar vanochtend ging die naar onze zin toch wel erg vroeg. Dus na de wekker weer even terug het warme bed in. Maar goed desondanks zaten we om half 9 aangekleed aan het ontbijt.

Daarna gingen we onze lange lijnen (!) uitproberen. We lagen immers in een box met straffe dwarswind en de vaargeul buiten de box was amper een bootslengte breed en liep 30 m verderop dood. Geen ruimte om te keren terwijl de schroefwerking in zijn achter uit ons ook met de neus richting het doodlopende stuk zou zetten. De nieuwe langste lijn gebruikten we als spruit: vast op de boot van voren en midscheeps (loefzijde) en om de kikker aan de kant. Als we de motor in de achteruit zetten en de lijn langzaam vieren (via een lier overigens) dan varen we redelijk recht de box uit (zonder kans op schade bij onze buren met name aan lijzijde.) Maar als we de box uit zijn moeten tegen de schroefwerking in de boot recht in de vaargeul krijgen met de boeg richting uitgang. Daarvoor onze voormalig langste lijn, ruim 2 keer de bootlengte, op de achterkikker vastgezet en laten lopen om de achterste paal. Deze lijn laten we vrij lopen tot dat we de box uit zijn; dan zetten we ook het andere einde vast op de kikker. En als we achteruit blijven varen draait de boot vanzelf recht. En dan snel de lijnen binnen halen (zodat ze niet in de schroef komen) en varen maar!

Op naar de volgende manoeuvre – aanleggen bij het tankstation. Om de tankdop aan walzijde te krijgen moesten we even keren – in de oude haven was daarvoor ruimte zat. Er paste 125l in onze 250l tank. Die was dus nog lang niet leeg. Maar goed – voor de komende 300 motoruren is er diesel genoeg; dat maken we dit jaar op onze zeilboot (waarschijnlijk) niet meer op.

Achteruit weer weg en gelijk het IJsselmeer op. De vaargeul uit de haven is gelijk in de wind – dus als de lijnen en stootwillen zijn opgeruimd – kan het grootzeil omhoog. We kiezen vandaag voor één rif; dat is met de goede windkracht vier wat comfortabeler! En dan kunnen we na de tweede groene ton de vaargeul verlaten en met een koers van ongeveer 250 graden richting Wieringermeer varen. Einddoel is Den Oever – maar het laatste stuk moeten we vanwege ondiepten langs de dijk!

Onderweg komen de we de mooiste dingen tegen. Bijvoorbeeld deze tweemaster, die ook weer gasten vervoerd, met de mooie naam ‘Welvaart’.

En ook waren er wieken op weg naar het windmolenpark. Een fraai gezicht waarbij je op grote afstand eerst niet goed weet wat je ziet. (Overigens werd dit vervoer geregeld door een concurrent van Van der Wees!)

Ook deze forse Aak kwam dichtbij voorbij.

En met snelheden tot 7 knopen zijn we zo bij de gerenoveerde Stevinsluizen. We gingen niet eerder hier de Waddenzee op (wel al twee keer de Waddenzee af). Na de marifoonoproep wisten dat we even moesten wachten (‘uurtje’, de sluis was net voor ons dicht gegaan) maar de wachtsteiger aan lager wal was niet fijn. Tijd dobberen dus voor de sluis terwijl ondertussen een boterham met kaas op peuzelden. En dan de sluis in. Blijkt lastig om vast te maken met kleine boldertjes in de muur maar met de dikke lijn die in de sluis hangt lukt het ons om toch zonder problemen voor in de sluis te liggen. Moet nog van alles mee de kolk in; maar na even wachten varen we vlot de sluis uit waarna ook de bruggen van de Afsluitdijk snel voor ons openen.

En dan rechtdoor naar de Waddenhaven van Den Oever. Een haven die we niet eerder bezochten. (Wel waren we twee keer in de jachthaven aan de IJsselmeer zijde, eigenlijk in de Wieringermeer, die behoorlijk eindje uit het dorp ligt.) We zijn niet de enigen maar vinden toch snel een mooi plekje met de kop in de wind en ook de (lange) vingerpier aan ‘hoger wal’. We leggen vlot aan, drinken wat en gaan in het zonnetje passagieren.
Het eerste wat we zien is het Visserijmonument. Wat bovenop de dijk bij de haven staat. Geeft gelijk een beeld van de haven.

We zien een kerkje en denken dat daar het centrum wel zal zijn. Dat is een misverstand; in Den Oever zijn geen kerken – we zien de kerk van Oosterland. Een dorpje verder zoals blijkt als we het einde van de bebouwde kom van Den Oever hebben bereikt. Maar hoewel we onze wandelschoenen niet aan hebben zetten we toch de pas er in een gaan naar de kerk.

Dat wordt beloond. Niet alleen is duidelijk dat we hier op een voormalig eiland zijn, Wieringen, waar het land wat glooit en de wegen niet polderefficiënt recht zijn. Ook blijkt het kerkje open en kunnen we naar binnen. Naast een gesprek met de ‘kerkhostess’, een oudere dame die ook in Oosterland woont, over het door Covid-19 stilgevallen kerkelijk en ander leven rond de kerk (geen koor, geen diensten, geen exposities) is er ook van alles te zien.

Meest opmerkelijk toch wel dit zwaard van de watergeus Willem Bloys van Treslong uit 1572. Zonder dit zwaard (dat hij hier in maart op Wieringen verloor) nam hij op 1 april Den Briel in.

We lopen terug langs de zeedijk. We kijken nog een keer om naar de Michaëlskerk.

Via de winkel buiten het dorp terug naar de vissershaven waar we bij ‘Viscentre ’t Wad’ kibbeling eten en een biertje drinken. Den Oever blijkt uiteindelijk toch vooral te leven aan de haven waar ook haast alle horeca te vinden is. Erg veel leven is er echter nog niet.

Zeeën van tijd (21 juni 2021)

Bij het ontwaken hoorden we de regen met bakken naar beneden komen. Goed dat Sietske en Fred naar huis waren gegaan. Met dit weer wil je niet in een tentje wakker worden. Ze hadden op Vlieland al genoeg water gehad en sommige tenten lagen daar in een plas. ‘Onze boot ligt ook altijd in een plas’, zei Joost (ja, hij is de leukste thuis) toen we het er nog over hadden. Maar binnen houden wij het goed droog, van onder en van boven en dat is een groot verschil.

De regen zal de hele dag aanhouden en de wind gaat ook te keer dus we besluiten hier vandaag te blijven. We hebben ten slotte zeeën van tijd. Nog bijna 3 weken voor de boeg. (Wat komen er toch veel uitdrukkingen uit de scheepvaart, waarschijnlijk omdat we zo’n zeevarend volkje waren. Hoe zou dat in andere talen zijn?) We hebben geen speciaal doel wat we perse in deze vakantie willen bereiken. Dus we laten ons leiden door de wind. Dat zeiden we vroeger ook vaak maar hadden dan toch een verborgen agenda (de Duitse Wadden, Kopenhagen enz). Dat kan ook maar dan loop je ook het risico meer te moeten motoren.

Een dag slecht weer brengt ons nog niet van ons humeur. Wel is er een kleine tegenslag. Als we nog een nacht willen blijven moeten we ons verplaatsen naar een andere box, want de eigenaar van deze box zou vandaag terug komen. We zien het maar als een extra oefening in manoeuvreren. Met een extra lange lijn zorgen we dat door de wind onze punt niet bij de buren naar binnen gaat. De buurman met boegschoef (bleek gisteren toen ze aankwamen) staat bewonderend toe te kijken en steekt zijn duim omhoog. Hij helpt in de box nog even met een lijntje aanpakken.

Nu we ons toch helemaal in zeilkleding hadden gestoken als bescherming tegen de regen gaan we maar meteen boodschappen doen in het dorp. Bij het zoeken naar een mondkapje kom ik opeens mijn verloren gewaande handschoenen tegen. Wat hebben die zeilpakken toch een boel zakken! Maar bij de winkel kan ik dan niet mijn mondkapje vinden. Joost wil binnen al een mondkapje gaan kopen voor mij, maar dan vind ik hem opeens in een zak van mijn zeilbroek. ‘Mocht je dement worden dan mag je alleen nog maar dingen aan met 1 zak’, merkt Joost op. Voor mij een hele geruststelling dat hij, als het zover zou komen, praktische oplossingen weet te bedenken.

Na de boodschappen zijn we de eersten die het plaatselijke cafe/restaurant binnen stappen voor koffie met appeltaart. Wanneer we weggaan wordt er om onze tafel gevochten tot ontzetting van de eigenaresse die de meute vermanend toespreekt.

Op de terugweg naar de boot in de haven nog even een nog langere lijn gekocht van 40 meter. Joost wil nog wat meer zekerheid om hier morgen weer veilig weg te kunnen komen. Op de boot ga ik aan de uiteinden van de nieuwe lijn takelingen maken. Een gezellig werkje terwijl Joost op z’n gitaar speelt.

We hebben voor het avondeten een tafel gereserveerd in het havenrestaurant. Vorig jaar met Hemelvaart tijdens een echte lockdown hebben we hier heerlijke sate afgehaald. Een goede sate zegt iets over een restaurant. Voor we plaats nemen in het restaurant maken we een kort droog wandelingetje over de dijk, langs het waterpeilstation en door Hindeloopen.

We lopen ook langs Aluboot waar onze boot is gebouwd en langs de steiger met boten die te koop zijn. Geen een boot die ons jaloers maakt. Wat zijn we toch een boffers.

We eten heerlijk in het restaurant met uitzicht op de haven.

Wanneer we naar onze boot lopen zien we weer wat blauwe lucht. En we zien dat onze oude ligplek nog steeds leeg is.

Met Noordenwind is Makkum ver weg (20 juni 2021)

We hadden een afspraak gemaakt met vrienden op fietsvakantie. Die zouden vandaag terug de boot nemen van Vlieland. Konden we dan vlak bij Harlingen iets afspreken?

Met een Westenwind verwachting is in twee dagen Makkum vanuit Monnickendam bereikbaar. Dat hadden we eerder al eens gedaan. Maar inmiddels werd er Noordenwind verwacht en dan ligt Makkum recht tegen de wind in. Op tijd vertrekken dus en eens kijken hoe scherp onze Aquamarijn kan varen.

Wekker gezet en boodschappen gedaan. Een goed ontbijt moet je echter niet overslaan en dus zaten we lekker in het zonnetje te genieten van ons ontbijt en het carillon van de Dromedaris (dat beantwoord wordt door een ander carillon; ik denk in de Zuidertoren).


(Nee, we zaten niet opeens in de cornflakes reclame)

Eenmaal het Krabbersgat uit bleek het niet zo heel erg te waaien. Wel was de wind nog redelijk westelijk dus we konden een behoorlijk Noordelijke koers varen. Al met al schoot het niet op en lagen we een tijdje samen met een Aakje te dobberen.

Heel langzaam verdween Enkhuizen uit zicht, heel langzaam werd het gemaal bij Stavoren helderder. De boterhammen met kaas smaakten goed. Om voor wat afleiding te zorgen liet die ene hoge golf een beker karnemelk op de vloer stuk vallen. De wind kwam ondertussen ook wat meer Noordelijker dus we moesten wat meer gaan kruisen. Tegen vieren passeerden we de haven van Stavoren; halverwege.

En toen las Ellen het appje dat de vrienden vanwege de weersverwachting maar niet naar Makkum kwamen. Opluchting. Gelijk ging de boot een stuk sneller. En nu hoefden we ook niet zo nodig naar Makkum. Telefonisch werd snel een plek – ligplaats 510 – in Hindeloopen gereserveerd.

Twee slagen verder rolden we de fok op en lieten we het grootzeil zakken. En door de vaargeul voeren we de haven van Hindeloopen binnen. Nu is daar een hele grote jachthaven en we waren even vergeten op de website de plattegrond van de haven te bekijken. En dus moesten we op zoek naar ons plaatsje waarbij we twee keer in de haven moesten keren. Maar dat ging zonder problemen en toen bleek onze ligplaats eigenlijk recht vooruit te liggen. Tegen zessen lagen we vast.

En dan is het tijd voor de gebruikelijke dingen. Boot aan de walstroom. Grootzeil in de huik. Lijnen weg bij de mast. Ondertussen had Ellen gekookt. En al hadden we overdag niet veel zon gehad – het diner konden we weer op ons achter dek genieten.

En een toetje met zomerkoninkjes, yoghurt Griekse stijl en suiker maakt natuurlijk extra vrolijk.

Na het eten is er natuurlijk een afwas. Maar meezingend met de CD ‘Kisses on the bottom’ van mijn favoriete popartiest, zeker als daar ook ‘My Valentine’ langskomt, is dat natuurlijk ook zo gedaan.

Drie weken op eigen kiel (19 juni 2021)

Vandaag begint onze vakantie op eigen kiel. Doordat we voor deze vakantie geen (voor ons) geschikte huurboot in Nederland konden vinden kwamen we via internet deze boot tegen. We zeggen nog vaak, is het wel echt waar? Maar steeds ligt de Aquamarijn trouw op ons te wachten. Zonder stress vertrekken we vandaag naar onze boot. Niemand die op ons wacht op een bepaald tijdstip om alle formaliteiten af te handelen en de boot ‘uit te leggen’. Misschien vond Joost het toch jammer dat we niet ver hoefden te rijden, want we gingen met zijn spiksplinter nieuwe elektrische auto (van de zaak) om hem 3 weken op de prive parkeerplaats van de haven achter te laten. Dat is nog eens milieubewust!

Wanneer Joost de boot zeilklaar maakt loop ik nog even het dorp in voor brilstoppers. Ik was een van de twee verloren. Dit zijn hele handige opzetstukje voor aan je bril achter je oren zodat je bril niet af kan vallen. Geen gedoe meer met brillentouwtjes. Ik ga nog even langs het havenkantoor om een wat leeggelopen fender op te laten pompen. Ik meld me tegelijk af voor drie weken. Ze kunnen onze plek dan voor passanten gebruiken. Als dank krijg ik daarvoor een fles rosé, dat is toch aardig. Nog een kopje koffie en we kunnen gaan.

Sinds twee weken is het koude weer opeens omgeslagen in heel mooi en warm weer. Maar na forse onweersbuien gisteravond en een tornado in Leersum is het een stuk afgekoeld. Zo’n 19 graden is het en een windje 3 a 4. Maar tot onze verbazing voelt het helemaal niet koud aan. Zo warm hebben we het tot nu toe nog niet gehad. Ja, de zon gaf soms nog wel warmte maar de wind was altijd koud. Nu niet en we begrijpen het als we via de marifoon horen dat de watertemperatuur van het IJsselmeer 22 graden is. Dat was een paar weken geleden 12 graden en toen we voor het eerst met onze boot overstaken was het 8 graden. Wat een verschil.

We zeilen met een ruime wind richting Enkhuizen wat ons eerste doel is. Als ik 1.5 uur het roer in handen heb gehad en Joost voor een lunch heeft gezorgd, voel ik me erg slaperig worden. Joost neemt het roer over en ik ga even ‘onder zeil’ op de bank in de kajuit. Wat is er fijner dan wegdommelen door het wiegen van de boot.

Na een half uur ben ik helemaal weer boven Jan. Dan is het in de kuip weer lekker bootjes kijken.

De sluis voor Enkhuizen wordt zonder problemen genomen en om 5 uur liggen we langszij een groot Duits aluminium zeiljacht. We zijn zeer tevreden over deze aanleg manoeuvre. Het is al een drukte van belang in de haven en er komen nog steeds boten bij. De boten liggen weer driedubbeldik. Bij ons komt er niemand meer langszij en zodoende hebben we mooi uitzicht over de haven.

We gaan op tijd passagieren. Het eerste vakantiebiertje smaakt altijd het best. We kunnen daar meteen op het terras eten en dat is nog heel goed te doen, ook zonder zon. Alweer genieten we van asperges, nu met garnalen, ook een heerlijke combinatie. Een scroppino met ijs maakt mij vrolijk.

Het is even wennen een terras met druk pratende mensen waarbij het niet lukt te negeren wat ze allemaal vertellen. Een tafel maakt het wel heel bont met heel veel gemopper over hun kinderen. Nou wij hebben helemaal geen klagen!!

We maken een kort rondje door de havens, altijd leuk: bootjes kijken. De zon komt zelfs door. Terug op de boot denk ik nog even in de zon te gaan zitten lezen, helaas er komt weer een dikke wolkenband aan en daar gaat de zon. Toch is het nog lekker.

Als het toch te koud wordt gaan we naar binnen. Werk aan de winkel want ons bed moet nog opgemaakt en dat is best een uitdaging. Maar dan liggen we uiteindelijk heerlijk te slapen in een schoon bed.

Gasten 2 (6 juni 2021)

Een verlaat bericht. We kwamen 6 juni laat thuis na een schitterende dag. Geen puf meer voor een blog. De volgende dag had ik voor het eerst weer orkest dus ook geen tijd. Joost had wel een blog kunnen schrijven maar dat zou niet zo’n vrolijk beeld geven. Hij had nl zijn migraine dag.

Maar wat mij betreft begon de dag vrolijk met een stralende zon. Lekker lopen over de steiger naar het douchegebouw: vakantiegevoel! Om 10 uur kwamen onze gasten van vandaag: Paulien en Henk met iets lekkers bij de koffie.

Dus eerst in de kuip koffie gedronken. Kwart over 11 voeren we de haven uit. Twee mensen op een kleinere boot – Victoire (ook door Koopmans ontworpen) bewonderden onze boot. Ze gingen nog even verder sparen riepen ze jaloers. We konden meteen al de zeilen hijsen.

Met een windje 3 a 4 zeilden we kruisend de Gouwzee uit. Op het Markermeer stonden best wel golven. Tijd voor de zondagsborrel met wat hapjes.
Die bleken bij nader inzien te vet. Joost en Pien werden steeds stiller en het glas wijn van Pien bleef vreemd vol. Joost moest over boord hangen om zijn maag te ledigen. Pien kon het binnen houden maar had geen trek in wijn meer. Henk en ik hadden nergens last van en zeilden vrolijk door. Op een gegeven moment bleken we dichter bij de Marker Wadden te zijn dan bij de thuishaven. We besloten door te zeilen om voor sommigen eerder vaste grond onder de voeten te hebben. Om half drie lagen we in de haven van de Marker Wadden waar nog genoeg plek was vreemd genoeg. Wel een grote box, zodat Joost zijn kunsten kon tonen in het lasso werpen onder aanmoediging van ons. Een buurman die dit later ook wilde proberen hebben we ook nog aangemoedigd, maar bij hem leek het averechts te werken.

Joost ging plat en wij gingen het eiland verkennen. Eerst de plaatselijke uitbating bezocht voor een lunch. De keus was niet enorm: tosti of tosti. Dus we kozen tosti. Het was uit de wind zelfs wat te warm. Het strandje voor onze neus was heel rustig. Hoe zal het vandaag in Zandvoort zijn denk ik dan en voel me zeer bevoorrecht.

We maken een wandeling rond het eiland. We hebben er erg van genoten. De foto’s spreken voor zich. Behalve dat ik voor de niet-vogel kenners moet vermelden dat de gefotografeerde vogel een kluut is. Wij wisten ook niet zo veel maar konden spieken op de folder over het eiland.

Terug op de boot Joost wakker gemaakt. We verorberen een doosje aardbeien en kersen. Joost lijkt ook weer wat trek te hebben. Om half zes varen we uiteindelijk weer weg. Onze plannen om thuis met de eigen gezinnen te eten hebben we dan al gewijzigd en berichten naar huis gestuurd dat de kinderen voor zichzelf moeten zorgen. Het is ook veel te mooi weer om vroeg weer thuis te zijn. De koers terug naar Monnickendam is nu rustiger, misschien staan er ook niet meer zulke golven. Toch moet Joost nog een keer over de railing hangen. Verder genieten we vaak stilletjes van de zon, zee en het zeilen. Het is al een stuk rustiger op het water, de meeste mensen willen blijkbaar wel op tijd thuis zijn.

Om half negen leggen we aan in de haven. We hadden al een discussie gehad over ons avondeten. Omdat Joost nog steeds geen eten kan verdragen gaan we niet een restaurantje zoeken. Terwijl Joost de boot buiten opruimt bak ik eieren met spek voor op brood die we in de kuip nog opeten. Daarna koffie en thee met wat lekkers en dan moeten we er voor deze dag ook weer tegen kunnen. Voldaan verlaten Pien en Henk de boot en een klein uurtje later wij ook. Thuis duikt Joost meteen zijn bed in. Voor hem niet de beste zeildag, hoewel hij zei er toch van genoten te hebben. Dat kwam zeker door het gezelschap.