Flottielje zeilen (14 mei 2021)

Na een frisse nacht was bijna iedereen op tijd wakker en klaar voor ontbijt. De nachtrust was hier en daar verstoord door een leeglopend luchtbed, afwassers in de vroege ochtend (half 7)en de kou. Niet vaak hebben we zulke koude nachten gehad rond Hemelvaart. Volgens de verwachting was dit de koudste nacht; echt warm wordt het dit weekend echter niet.

Daarna is het klaarmaken voor vertrek. Voor de Valk-zeilers is het dan toch weer even kijken hoe alles werkt. Maar al gauw zat alles weer op zijn plek. Ook werd de meegehuurde kaart gecontroleerd om te zien of de afspreekpunten er wel op stonden. Toen dat niet zo bleek te zijn kon de kaart nog geruild. Doel voor vandaag Balk; als we dat door gebrek aan wind niet halen kunnen we uitwijken naar Woudsend.

Alles klaar; vertrekken maar. Dit betekent wel dat de Valkjes verder de Noorder Oudeweg afvaren terwijl de Aquamarijn terug moet naar het Snekermeer en dan over het Prinses Margrietkanaal. De vaste brug van de A7 is immers niet hoog genoeg voor onze mast. Zonder moeite passeren we de brug bij Uitwellingerga op weg naar het afgesproken lunchpunt aan de noordzijde van het Koevoordermeer. Zonder moeite leggen we daar aan; wel zijn we even bezig om de boot een paaltje naar voren te verhalen; dan kunnen de Valkjes achter de Aquamarijn aanleggen.

Als de Valkjes één voor één zijn aangekomen is er warme ‘Cup a Soup’. Daarnaast brood met kaas. Dat smaakt natuurlijk goed. Verder wordt er naar de vogeltjes geluisterd die zich goed laten horen maar niet laten zien. En dan is het tijd om te vertrekken; door de matige wind (kracht 2) wordt de reis ingekort naar Woudsend. Uiteraard via de Jeltesloot (met een akwaduct) en de Nauwe Wymerts.

Maar eerst het Prinses Margrietkanaal oversteken. Als de Aquamarijn aansluit komen er net 2 vrachtschepen naast elkaar uit Noordelijke richting – even aan de kant blijven dus. Snel daarna halen we op de motor de zeilende Valkjes in.

Op de Nauwe Wymerts wordt met ruime wind ook op de Aquamarijn – alleen op de Fok – gezeild. Heerlijk glijden we door het Friese landschap – net als er ook iets van een zonnetje door de wolken schijnt. Met de boot in kundige handen kan ik even lekker doezelen.

We melden ons via de meldsteiger van De Rakken. Hier waren we vaker! De Valkjes achterin; voor de Aquamarijn is een plek aan stijger B. De moeders koken samen Chili; met aardbeien kwark en slagroom toe. Bij de borrel en in de avond spelen we ‘De grote Dalmutti’; het leven is oneerlijk – dit spel ook.

Vanwege de frisheid mogen er wat meer mensen in de Aquamarijn slapen; van de zeven slaapplaatsen worden er zes bezet! Morgen doen we rustig aan – er is nauwelijks wind voorspelt!

Naar Rufus (13 mei 2021)

Vandaag wordt een motordag door Friesland om ‘Rufus aan het water’ te bereiken waar we met de kinderen en de van Osnabrugges hebben afgesproken. Rufus is ons oude vertrouwde plek in Friesland waar we al komen met Ytzen en Marjolijn voordat we kinderen hadden. We huurden daar vele jaren valkjes ook later met onze kinderen en trokken met Hemelvaart of Pinksteren door Friesland. De traditie willen we hoog houden. Lukt niet ieder jaar, maar nu weer eens wel. Wij gaan wel met onze eigen boot, Marjolijn zal bij ons op de boot slapen en de kinderen mogen slapen en varen in de valkjes. Helaas ontbreekt Jeroen die te veel andere dingen te doen had.

Maar eerst moet er nog wat boodschappen gehaald worden om straks al die monden te kunnen voeden. Ik ben al vroeg wakker en loop door rustiek Franeker naar de AH. Helaas zijn alle bakkers hier op Hemelvaartsdag dicht. Bij de AH ben ik verbaasd. Ik blijk de verkeerde ingang genomen te hebben en in de Lidl te staan. Valt toch niet mee zo vroeg boodschappen doen. Thuisgekomen blijk ik ook nog suikervrije Fanta en 0.0 Leffe gekocht te hebben. Joost loopt toch nog maar een keer naar AH.

Rond 10 uur varen we weg, nadat we van verschillende mensen weer complimenten over de boot hebben gekregen. Het is schitterend zonnig weer en weinig wind. Een prima dag om dit te doen. We varen over het Harinxmakanaal naar Leeuwarden. Vorig jaar hebben we dit stuk ook gevaren en vonden het toen een troosteloos stuk Friesland. Maar toen was het grijs en regende het en waaide het te hard om te zeilen en was de verwachting dat dat de volgende dagen nog niet ging veranderen. Dat helpt niet mee. Nu vonden we het wel leuk om hier te varen. En zogenieten we van het langstrekkend landschap.

We moeten heel wat bruggen passeren. Joost weet de boot toch aardig te manoeuvreren nu. Bij een spoorbrug waar al aardig wat bootjes wachten voor de brug komt er een grote aak aan, die gewoon doorvaart omdat hij onder de brug door kan. Joost heeft de situatie goed ingeschat en maakt dat hij wegkomt op zo’n manier dat we niet in de problemen komen. Bij een volgende brug voor het wachten aan hoger wal, de spiegel even aan de kant vastgemaakt.

De tocht loopt voorspoedig en we komen rond 3 uur aan op het Sneeker meer. Rufus ligt aan een vaarwater hiervandaan. Omdat we nog maar net bericht kregen dat de rest uit Amsterdam is vertrokken besluiten we ons anker uit te gaan proberen. We zoeken een goed plekje uit aan hoger wal. Nu dus het anker gewoon laten zakken en wat meehelpen terwijl Joost achteruit vaart. Het is hier niet eens 2 meter diep ( we hebben onze kiel al eerder opgetrokken) zodat er niet veel ankerketting nodig is om vast te liggen. We zetten een lijntje vast van de ketting naar de boot zodat het anker trekt aan de bolder op de boot en niet aan de ankerinrichting. Gaat allemaal zoals we in de boekjes hebben gelezen. En dan liggen we voor het eerst voor anker op onze eigen boot. Omdat de boot door de wind van de wind af wordt geduwd, zit je dan in de kuip lekker uit de wind, die best fris was geworden. Licht schommelend kijken we uit over het Sneekermeer, horen veel vogelgeluiden en zien in de verte allemaal zeiltjes. Rond 5 uur moet het anker maar weer eens opgehaald worden. Het was even wennen om dat met armkracht via een lier te moeten doen. We waren niet anders gewend dan gemotoriseerde ankerlieren. Maar dit gaat best zolang je geen 30 meter binnen moet halen.

We varen naar Rufus en daar blijkt iedereen al te zijn en druk in de weer de valkjes op hun plek te varen en dektenten erover te doen voor de slaapplekken. Wij hadden er vast een ligplaats gereserveerd. We gaan eerst met z’n allen in de kajuit een drankje drinken. Antonella en Luuk hebben brood gebakken en allerlei lekkere hapjes voor erop gemaakt. We zitten zo heel gezellig te borrelen. Niet volgens de Coronaregels, maar we hebben allemaal gisteravond of vandaag een Corona zelftest gedaan. Het is ’s avonds te koud om buiten te blijven en ook bij regen zal er op onze boot geschuild moeten worden. Als Joost gaat koken en de kinderen de laatste dingen klaarmaken voor hun slaapplek, zetten Marjolijn en ik de kuiptent op. Het werd behoorlijk fris. We laten de benedenwindse kant open voor de ventilatie. We eten gezellig en warm nasi en als toetjes koffie met scones ook weer door Luuk en Antonella gemaakt. Daarna doet de rest nog een spelletje en probeer ik toch het thuisfront nog even op de hoogte te brengen van onze dag.

Mocht er morgen geen nieuw bericht komen dan is het hier denk ik te gezellig.

Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan (12 mei 2021)

De haven van Vlieland is niet erg ruim (OK, het is er gewoon krap). En omdat we gister heel netjes het correcte formaat van onze boot hebben opgegeven hebben we deze morgen buikpijn over het wegvaren. Straffe wind, benedenwinds een langere (!) boot en op één bootlengte afstand de achterkant van de boten aan de andere stijger liggen.

Maar ja, we willen verder (ook om donderdag bij Zeilboerderij Rufus te kunnen zijn). En dus een plan gemaakt met behulp van een Spruit en de bovendwindse buurman en buurvrouw. Buurvrouw gaat ons van de benedenwindse boot afhouden; buurman geeft met een lijn een zwieper aan de punt van onze boot. Gaat allemaal heel goed totdat buurman een zwieper geeft terwijl ik nog achteruit vaar. Iets te vroeg weer aan de kant waardoor we de volgende benedenwindse boot ook even aanraken. Weer een schippersles in de praktijk – vertel iedereen wat het plan is en stel vast dat het plan wordt begrepen. Tweede schippersles: in een tijd waar iedereen een boegschroef heeft en verwacht dat je op je plek kunt keren is, als je wat minder manoeuvreerbaar bent (door boot en/of schipper) is overdrijven van de bootlengte bij het zoeken van een plekje geen zonde!

Dat we daarna nog even midden in het geultje moeten wachten op een grote boot die door de haven stuift is, tot verbazing van enkele omstanders, dan nog een fluitje van een cent. En dat ik gelijk de zee opvaar terwijl Ellen nog lijnen en stootwillen aan het opruimen is, en haar dat werk dus in de onrustige zee laat doen, kan er ook nog wel bij. Ellen ervaart nog maar eens dat de Aquamarijn rustig op het water ligt in vergelijking tot menig andere boot waar we op voeren.

Op zee komt de stroom en de wind uit dezelfde hoek. Dus bijna op onze plaats kunnen we zeilen hijsen terwijl ondertussen ook de veerboot vertrekt. En dan gaan we een lekker stukje stroom mee achter de veerboot aan richting Noordzee.

Vertrek zo rond half elf betekent vandaag net na hoog water. Eigenlijk helemaal niet het tijdstip om naar Harlingen te vertrekken. Dat doe je meestal vlak voor laag water zodat je de vloedstroom mee krijgt. Maar ja, dat is pas om een uur of 4 vanmiddag. En dan ben je pas ’s avonds om een uur of 8 bij Harlingen; als al niet zoals verwacht tegen de avond de wind – deze ochtend kracht 4 uit Westelijke richting – afneemt. En omdat we nu eenmaal donderdag een afspraak in Friesland hebben varen we dus al in de ochtend uit. Bijkomend voordeel het is lekker zonnig weer en er staat een mooie zeilwind. Heerlijk zeilen dus. Klein nadeel – over de grond gaan we met stroom tegen echt niet harder dan een knoop of drie. Je kan dat ook als een voordeel zien – het zeilplezier wordt zo verlengd!

Bron van vermaak tijdens de lange tocht is de verkeerscentrale Brandaris. Op hun marifoonkanaal komen allerlei berichten voorbij. Vooral krijgen we een beeld van alle commerciële vaart in deze wateren die zich allemaal melden en informatie over elkaar krijgen.
Maar ook mensen bijvoorbeeld die vragen of ze met de huidige waterstand door het Schuitengat kunnen. Krijgen ze alle benodigde informatie (minst gelode diepte, 4m20, en huidige waterstand, -1m05, beide ten opzichte van NAP), maar of je er door kan moet de schipper met een diepgang van 1m50 dan toch echt even zelf bepalen.
Ook wordt er een schip gewaarschuwd dat even een bochtje wil afsnijden naar het Schuitengat toe (nee die boeien liggen er niet voor niks). Een loods moet uit Harlingen naar zee om een schip binnen te brengen.
Een boot die constant (letterlijk) over het marifoonkanaal uitzend wordt aangesproken met het ‘schip waar ze net aan het kaasplankje zijn begonnen’ en opgeroepen niet uit te zenden. Als dit niet helpt worden ze uitgepeild en er wordt een boot langs gestuurd. Als die verslag uitbrengt leren we weer dat er geitenkaas van het eiland op het kaasplankje lag.
Een zeilboot, net als wij dan op de Blauwe Slenk, met onduidelijke naam heeft lekkage en een niet werkende motor. Eerst wordt het mysterie van de naam opgelost. Daarna sleept een andere boot (van een hulpdienst) het schip naar Harlingen.
Mijn hoogtepunt blijft tenslotte toch als de mevrouw van dienst een oproep weer besluit met de oprechte wens voor een goede hemelvaart.

Even voor Harlingen, ten hoogte van de Pollendam valt de wind dan toch weg en komt aan de mooie zeiltocht een einde. Zeilen strijken en op de motor Harlingen rond half zeven in. Direct door naar de Tjerk Hiddesluizen om op het Harinxma kanaal te komen. De sluismeester beantwoord de marifoonoproep niet meteen maar daarna mogen we de grote sluis in. De kleine sluis staat open en daar wordt op dat moment fors water vanuit Friesland de Waddenzee in gespuit (dat kan nu want het is laag water..)

We besluiten 3 bruggen verder te varen naar Franeker. Daar hebben we – als onze herinnering ons niet bedriegt – niet eerder in een boot gelegen. Bruggen worden op marifoonverzoek direct voor ons geopend en zo liggen we om 20 uur aan de Zuidkade in Franeker.

Ellen heeft ondertussen eten (Schnitzel met pepersaus en sliptongetjes) bestelt bij het lokale restaurant. Dat gaat ze vast halen terwijl de boot gereed wordt gemaakt voor de nacht (huikje om het zeil, boot aan de stroom, en dat soort dingen). Na deze bewogen dag smaakt het eten ons uitstekend!

En dan natuurlijk ook nog een wandeling door het heel mooie Franeker. Echt een leuk oud stadje met mooie gebouwen en natuurlijk het Planetarium.

Van alles wat op het wad (11 mei 2021)

Bij wakker worden was er geen enkel geluid dat wees op aanwezige wind. Een stap uit de kajuit de kuip in, bevestigde mijn vermoeden. Een rimpelloos water, in de haven, maar ook buiten op het wad.

De verwachting is wel dat een wind uit Oost gaat waaien kracht 3. Prima wind om naar Vlieland te zeilen. Van Terschelling naar Vlieland is altijd ingewikkeld, hoewel niet ver uit elkaar, je hebt met tegen gestelde stromen te maken. Als we vanaf Terschelling de stroom mee hebben, hebben we naar Vlieland de stroom tegen. Maar omdat we gisteren gemerkt hebben dat we met deze boot ook bij tegenstroom nog wel een vaartje houden en de wind gunstig staat, besluiten we rond 10 uur bij hoog water weg te gaan.

De buren staan ons nog bij bij de afvaart, maar nergens voor nodig, het gaat zeer eenvoudig dankzij weinig wind. Buiten de haven hijsen we de zeilen en zo varen we op de ebstroom over het Schuitengat terwijl het waterige zonnetje steeds meer kracht krijgt. We varen weer een warme koers, ruime wind, af en toe even gecontroleerd gijpen. Aangekomen bij de Vliestroom moeten we eerst noordelijker wat de zee op steken om vervolgens te keren en de Vliesloot in te steken. De zee is enorm kalm. Zo kunnen we wel naar Engeland varen grap ik. Nu we de stroom tegen hebben gaan we wat langzamer, zo’n 2 knopen. We hebben geen haast dus laten we dit zo en genieten van dit mooie stukje wad. We varen vlak langs het strand van Vlieland, waar veel wandelaars zijn en hebben ook zicht op een restaurantje.

En aan de andere kant is Terschelling ook nog steeds te zien met de Brandaris overal bovenuit stekend. In de buurt van de haven van Vlieland passeert de Noordkaper van de ex-Koopmans vaarder. Hij vaart op de motor behoorlijk door en duikt het Vlielander Balg in. Hij gaat vast voor een drooglig plek die je daar hebt.

Wij gaan voorbij de haven strijken en alles gereedmaken voor het aanleggen in de haven. Voor de haveningang staat altijd een dwarse stroom, maar deze viel nu erg mee, zodat we makkelijk naar binnen konden varen. De havenmeester opgeroepen, we mochten gaan liggen aan de E steiger. Een plek waar we gewoon rechtdoor in konden varen lieten we links liggen omdat leek dat het te smal was. Daardoor een moeilijke bocht en weinig ruimte om een andere plek in te komen. Tot onze schrik geen gewone boxen, waar we op hadden gerekend, maar lage vingersteigers. Kortom: niet goed voorbereid om hier aan te leggen. Gelukkig met hulp van beide buren liggen we uiteindelijk toch. Met bezorgdheid denken we aan morgen hoe hier weer uit te komen want de manoeuvreer mogelijkheid is niet groot. De buurvrouw zegt, morgen is morgen, en dat is dan ook wel weer zo. Als je ziet hoe makkelijk anderen hun boot manoeuvreren (ook zonder boegschroef) zijn we daar wel jaloers op. Maar wie weet doen we dat over een paar jaar ook op ons duimpje. De eerste makkelijke plek bleek achteraf natuurlijk breed genoeg.

In de haven is het heerlijk warm, dus gauw zeilkleding en nog wat lagen uit. Ik maak een lunch en we eten in de kuip. Dan maken we plannen voor de middag. Omdat het eind van de middag gaat regenen willen we snel op pad voor een wandeling, een terras en wat boodschappen. Zo lopen we om 3 uur de Kampweg in door het bos en richting het strand. Toch even de zee zien denk ik dan, en dat is natuurlijk vreemd als je net van zee komt. Maar het is natuurlijk het omgekeerde perspectief. Voor het terras bij de strandtent moet je in de rij staan waar we geen zin in hebben. Dus lopen we via de Badweg naar het dorp waar genoeg plek op het terras is. Wel een plek onder een parasol gekozen, want de regen dient zich aan in miezer regen. Voor Joost het ultieme genot, een tapbiertje op een terras na een zeildag. Deze keer besteld hij een Springtij van dezelfde brouwerij (Texel) waar mijn Skuumkoppe vandaan komt.

Terwijl Joost boodschappen bij de Spar haalt, koop ik warme sokken met antislip voor ons beiden. Lekker voor op de boot. De vloer van de boot is in dit voorjaar nog behoorlijk koud.

Langs het wad terug naar de boot. Die wereld ziet er nu heel anders uit dan in de ochtend. Alles grijs, behalve Joost zijn leuke vest. In de verte zien we de Noordkaper nog steeds op het wad liggen (als je goed kijkt op de foto ook te zien).

Eenmaal op de boot verandert de miezer regen in een echte langdurige regenbui. Goed voor de natuur denken we, wij zitten toch gezellig binnen. Het wordt wel weer kouder binnen. Als het koken van Joost nog niet genoeg warmte geeft zetten we toch maar weer de verwarming aan. Muziekje op, boek en blog. ‘Ut en Thus’ stond er op een duinhuisje. Dat is ook wel op onze boot van toepassing.

Is kaart lezen op zee moeilijk? (11 mei 2021)

Na een vraag van mijn tante een kort stuk over kaart lezen aan boord van de Aquamarijn. Gaat ook over techniek want veel van het navigeren doen we op Ellen’s iPad (of soms op het kleinere scherm van mijn iPhone).

Maar bijna elke tocht voorbereiding begint met papieren kaarten. Voor deze week (en dit jaar) gebruiken we 2 sets kaarten van NV Charts (IJsselmeer en randmeren en Waddenzee) met overzichts- en detailkaarten. Wij kiezen voor NV Charts vanwege de goede ervaringen enkele jaren terug op de Oostzee. Wij vinden de bijkomende app bijvoorbeeld erg gebruiksvriendelijk. Thuis hebben we dus ook de nodige Oostzeekaarten liggen. En elk jaar komen er nieuwe kaarten uit; dus oude Waddenzee en IJsselmeer kaarten hebben we thuis ook (we vernieuwen alleen daar waar we (van plan zijn te) gaan varen; er zijn grenzen).

Het fijne van de app is dat die, net als Google Maps of Waze, een koppeling kan maken met GPS (https://nl.wikipedia.org/wiki/Global_positioning_system). In mijn iPhone is GPS ingebouwd; voor de iPad hebben we een extern apparaat dat GPS gegevens via bluetooth doorgeeft. Kijk we liggen dus nu in de aanloophaven van Vlieland (de schaling kunnen we desgewenst aanpassen).

Laten we dan nu eens naar een stukje elektronische kaart kijken van onze tocht op 10 mei 2021 (https://blog.koedijk.net/?p=2248). Rechtsonder bij de tekens van beweegbare brug en sluis (door de tekens aan te raken is aanvullende bedieningsinformatie te ontsluiten) zijn de Lorentzsluizen door de Afsluitdijk. We gingen daar ‘rechtsaf’ naar een Zuid-kardinaal. Die ton staat, net als andere kardinale (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kardinale_markering) en laterale (https://nl.wikipedia.org/wiki/Laterale_markering) betonning op de kaart: het was de BO2-VVG1. En dat staat dan ook op de ton – dus als je op zee mocht twijfelen helpt dat. En in de letters zeggen ook iets; In BO2 herken je de naam van het vaarwaater ‘Boontjes’; VVG staat zo voor ‘Verversgat’. De lage nummers (‘1’ en ‘2’) zijn een indicatie dat het het ‘begin’ van het vaarwater betreft.

En al die cijfers op de kaart geven de plaatselijke diepte weer. Het grote getal is in meters; de ‘subscript’ zijn decimeters. De kleur van de kaart geeft ook grof de diepte weer – hoe lichter, hoe dieper. In het groene gedeelte staat een streepje onder de meter aanduiding; dit betekent negatieve kaartdiepte!

Nu is dit getijdenwater; de werkelijke diepte is elk moment anders. Op de kaart zijn de diepten weergegeven ten opzichte van het LAT – het Laagste Astronomische Tij. Zo gekozen dat het werkelijke peil eigenlijk altijd hoger ligt dan het minimum op de kaart. En dat is iets handiger in gebruik dan het NAP – het Normaal Amsterdams Peil – dat ongeveer de gemiddelde zeehoogte weergeeft. (Verkeerspost Brandaris geeft overig waterstanden door ten opzichte van NAP; als het belangrijk is moeten we dan even rekenen.) En zo kan het gebeuren dat we met een diepgang van 1,05m toch over het wantij (zie pijltje bij het Zuidoostrak) kunnen varen met een negatieve kaartdiepte.

Terug naar de vraag is kaartlezen moeilijk? Dat valt dus eigenlijk wel mee. Maar voor het goed gebruik kunnen maken van de informatie op de kaart moesten we wel op cursus (Ellen en ik hebben beide – maar niet samen – de cursus ‘Theoretische kustnavigatie’ gedaan). Ook gebruiken we aanvullende informatie over getijden en waterstanden.

Nog een aanvulling over de apparatuur aan boord. De NV Charts app geeft ons de snelheid over de grond. Onze snelheidsmeter ten opzichte van het water functioneert niet goed; een windmeter moeten we nog herplaatsen. Als de elektronica uitvalt hebben we nog de kaarten én een kompas!