Als zeiler moet je altijd een plan B hebben, voor alles wat mis kan gaan. Nu was ons plan om vandaag dwars over het wad naar Den Oever te varen. Met die harde westenwinden deze dagen zouden we dan al wat beschut liggen aan de westkant van het IJsselmeer.
We hebben gisteravond nogmaals de route bekeken met stroomatlas en getijdentabel erbij. We zouden dan voor 7 uur weg moeten om rond hoog water bij het wantij te zijn. Daarnaast bleek het juist ’s ochtends nog erg hard te gaan waaien met regen en een golfhoogte van een meter. Allemaal geen gunstige omstandigheden. Plan A werd afgeblazen en plan B bleek veel aanlokkelijker. Rond 13 uur vertrekken, even voor laag water en dan via de gewone weg (zonder wantij) richting Harlingen en dan door naar de Lorentzsluis bij Kornwerderzand.
Meerdere keren werd ik ’s ochtends even wakker en hoor ik het gieten en enorm waaien. We hebben een goed besluit genomen, denk ik, en ik draai me weer lekker om. In de haven blijken meer mensen rond onze tijd te willen vertrekken. Daarna is het weer een paar dagen te harde wind op het wad.
We varen klokslag 1 uur de haven uit. Tegelijk zien we de eerste opklaringen. De zeilen staan snel en we gaan met stroom mee de Vliesloot af richting Stortemelk. Daar moeten we een stormrondje draaien om ons zeil aan de andere kant te krijgen en naar het zuiden te kunnen varen. Met windkracht vier en halve wind gaan we heerlijk. Eerst nog even stroom tegen, maar al gauw mee. Het zonnetje breekt steeds meer door.
In de verte zien we nog wel buien gaan.
Een mooie tocht altijd waarbij je Vlieland, de Richel, Terschelling en het Griend ziet liggen. Het is eerst nog laag water en ik had bij de Richel wel zeehonden verwacht. Helaas! Maar er ligt ook een boot drooggevallen en er staan mensen op de Richel. Die zeehonden houden vast niet van pottenkijkers.
Deze drukbevaren route heeft voor de pleziervaart een aparte pleziervaartstrook naast de vaargeul. Vreemd genoeg moet je daarvoor soms opeens de vaargeul oversteken. Niet altijd makkelijk met druk verkeer.
Dichtbij Harlingen, bij de Pollendam zien we wel een zeehond liggen. Deze houdt zelf wel van potten- oftewel bootjes kijken, zo te zien.
Voorbij Harlingen moeten we aan de wind varen, soms halen we dat niet helemaal en moet de motor bij. Rond 6 uur bereiken we de sluis. Dat is mooi want de sluis wordt voor ons pas vanaf 6 uur bediend. We moeten nog wel even wachten en er verzamelen zich meer zeilboten die naar binnen willen. We gaan in de kleine sluis en deze ligt dan wel vol. Wij zijn deze keer weer niet de klunzen. Heerlijk gevoel. Na de sluis is het nog een kort stukje naar Makkum. In het Makkumerdiep is blijkbaar zeilles, allemaal lasertjes passeren ons.
De bij ons bekende gemeentehaven ligt vol met klippers, maar er zijn maar een paar zeilbootjes.
Snel een maaltijd opgewarmt en even uitrusten van de tocht. Daarna nog even de benen strekken voor een kopje koffie in een cafe/restaurant. Door de kou had ik veel zin in een Irisch koffie. Zijn ze net al de koffiemachine aan het schoonmaken. Wat een teleurstelling! De barvrouw geeft me even de tijd om tot een nieuwe keus te komen (Kent ze mij??). Als ze terugkomt vraagt ze: en wat is plan B?