Lekker zeilen – 3 juli 2020

Voor mijn gevoel heeft het carillon van de Dromedaris deze nacht elk kwartier een deuntje gespeeld. Nu was ik een behoorlijke tijd onder zeil dus ik heb het niet goed kunnen controleren. Maar toen ik nog even lekker in mijn slaapzak lag te soezen en het carillon weer speelde hoopte ik dat ik nog even mocht blijven liggen. Helaas. Zeven uur. Weer tijd om op te staan zodat we op tijd konden vertrekken (en vooral voor de storm/harde wind kunnen aankomen).

Naast de gebruikelijke ochtendbeslommeringen is er nog een zorg om op tijd weg te komen: er ligt een buurman langszij. En die kunnen we niet gewoon even losgooien en in de haven laten ronddrijven. Nu weet de buurman dat we om 8uur weg willen. Maar lang zien we geen beweging. Tot een minuut voor 8 uur – als hij zijn hoofd boven de kajuit steekt. Maar na een welgemeend “goedemorgen”, heeft hij zich ook zo losgeknoopt en zet hij koers naar de sluis naar het Markermeer.

Wij er snel achterheen met dien verstande dat we bij de havenuitgang precies de andere kant uitgaan. Naar het IJsselmeer – op naar Stavoren. Voorbij de strekdam willen we snel de zeilen omhoog doen – maar we moeten nog wel even klooien tot de gaffel goed tussen de lazy jacks omhoog gaat.

Maar dan zetten we op een redelijk vlak IJsselmeer met volle fok en 2 riffen in het grootzeil (vanwege de verwachte windkracht 5) koers naar het Noorden. Nog even horen we op de wind een carillon en kijken nog even achterom. Ja, de Zuiderkerk en Dromedaris zijn nog te herkennen.

Voort gaat de boot op ruime windse koers. Af en toe kijken of we de goede koers wel hebben op deze plas met water. Want naast kompas en GPS zijn er maar weinig herkenningspunten. En dan helpt het niet als er een veilig vaarwaterton (https://nl.wikipedia.org/wiki/Markering_voor_veilig_vaarwater) er op een afstandje uitziet als een rode ton – een rode ton hadden we immers daar niet verwacht.

Langzaamaan komt er wat meer wind en vooral meer golfslag. Maar de tocht vordert gestaag. En hoewel de ingang bij Stavoren, zeker bij ons, berucht is om het geklots, krijgen we ook het grootzeil mooi snel naar beneden en varen we de ingang in. En dan moet Ellen fors aan de bak met landvasten (voor) en stootwillen want we kunnen meteen de sluis invaren. Voor het eerst dit jaar in de oude sluiskolk. Het is er vol met grote plezierjachten maar probleemloos leggen we aan. De hulp van de plotseling aanwezige sluisstewards hebben wij vandaag niet nodig.

Inmiddels twee weken gevaren. En hoewel we een zeilboot zijn willen we toch niet zonder brandstof komen te zitten. Bij de haven in de stad is er tankstation voor boten – en hoewel er al een boot ligt kunnen ook wij aanleggen. Dan een vloerdeel in het “tentdeel” loshalen en we kunnen tanken. 57liter gaat er in!

Even verderop kunnen we langszij aan de hoge wal aanleggen. Dat gaat ons ook prima af. Al moeten we wel de toegesnelde helpende buurman tegenhouden om de Spring weer los te maken. Hij denkt dat die lijn naar voren moet (maar daar hadden we de motot nog voor bij staan). En als we dan tevreden zijn over de landvasten nog even het zeil opbergen,  stroom aansluiten en zeilpak uit. En dan kunnen we tevreden in het zonnetje ons brood met gebakken ei opeten.

Daarna tijd voor de stadswandeling. Eerst naar de sluis en dan langs de dijk naar de Buitenhaven. Op het IJsselmeer blijkt de wind en golfslag verder toegenomen. Wij zijn blij dat we binnen zijn. Bij de Buitenhaven staat de Vrouw van Stavoren nog op haar vracht te wachten. En hoewel Stavoren vandaag aan lager wal ligt en van alles er van zelf naar toe wordt geblazen zag ik ook zelf niets komen.

Bij de Koebrug zagen we al Schots restaurant en whiskeybar Stadsboerderij de Koebrug. Met genoegen zijn we daar twee uur zoet met vlezige gerechten en op gepaste afstand van de andere gasten. We drinken “Us heit”; bier uit Friesland. En de eigenaar en zijn vrouw lopen er ook nog rond in schotse ruit. En de naam van het restaurant komt van de naasrgelegen brug waarover vroeger de koeien naar het weiland gingen.

Enkhuizen, the best place to be? 02-07-2020

We hebben de wekker op 7 uur gezet om weer om 8 uur te kunnen vertrekken. Alweer een dag met veel wind, maar in de ochtend nog goed te doen. Enkhuizen blijkt vanuit Urk met de zuidwesten wind goed te bezeilen. Mijn wens om naar de Marker Wadden te gaan gaat voorlopig niet door. Daarvoor zouden we weer moeten motoren en we hebben per slot van rekening niet voor niets een zeilboot.

Om 08.15 zijn de zeilen gehesen en varen we vanuit Urk richting Enkhuizen. Met een rifje erin zeilt het prima, toch iets langzamer dan we hadden verwacht, gemiddeld 3,5 knoop. De deining die we nu hebben is veel prettiger dan die wanneer je met de motor vaart. We zien over Urk de buien gaan terwijl bij ons het zonnetje doorbreekt.

Geen zeilboot die ons zo vroeg nadoet, er zijn wel al wat vrachtschepen en andere werkboten op weg. Ondertussen hebben we nog vrolijke herinneringen aan de eigenaresse van het restaurant Storm van gisteren. Ze praatte iedereen haar terras op en had ondertussen ook de leukste verhalen. Over mensen die eigenlijk naar Enkhuizen wilden en door de wind helaas in Urk kwamen. Waarna weer een schaterlach volgde. Tja, je leest wel dat Enkhuizen de meest geliefde haven van het IJsselmeer is. En ik het vind het ook een heerlijke plek om met de boot te komen. Maar door restaurant Storm komt Urk misschien wel op nr 2.

We kunnen een mooie aan de windse koers houden en komen daarmee iets te hoog uit. Na 3.5 uur varen gaan we de zeilen strijken om het laatste stuk tegen de wind in te motoren. We leggen aan in de buitenhaven waar nog genoeg plek is langszij. De havenmeester vraagt ons nog om de boot iets te verleggen zodat we geen ruimte houden tussen de enorme platbodem naast ons. Ja in deze haven is het stapelen geblazen, want er willen veel mensen liggen. We krijgen nog wel een boot langszij, maar echt druk zoals in het hoogseizoen wordt het toch niet.

Na onze havengeld betaald te hebben via een ongezellige automaat (zoals ik graag naar de bakker loop, loopt Joost graag naar het havenkantoor) en een sep kaart gekocht te hebben voor toegang tot douche en wc, gaan we Enkhuizen door. Met uitzicht op de Drommedaris gebruiken we op een terras onze lunch. We moeten de restaurants wel steunen, maar doen dat het liefst nog buiten op een terras.

Om 2 uur voelen we de wind aantrekken. Terug op de boot merken we daar niets van, de wind jaagt de wolken wel weg en de middag zit ik lekker in het zonnetje een boek te lezen terwijl Joost gitaar speelt, boodschappen doet en met zijn werk belt.

Door het jaar kom ik weinig aan lezen toe. Nu had ik lekker eerder dit jaar een boek gekocht wat ik speciaal weggelegd heb voor de vakantie. Heerlijk zo’n belofte. Het is ‘Het gewicht van de woorden’ van Pascal Mercier. Hij heeft ooit een bestseller ‘Nachttrein naar Lissabon’ (2004) geschreven en daarna heb ik ‘al’ zijn boeken gelezen. Dat wil zeggen 2 die hij eerder schreef en 1 daarna uit 2009. Ik heb dus zelf niet elf jaar op zijn boek moeten wachten, maar het heeft best lang geduurd. Ik ben nu halverwege en het voldoet helemaal aan mijn verwachting.

Hoewel we meestal met een bord op schoot eten, heeft Joost nu de tafel gedekt. We eten tot mijn verbazing dan ook aardappelen, groenten en vlees. Voor de mensen die langs de kade lopen en naar binnen kijken moet het er wel heel braaf uitzien. Maar het was een heerlijke maaltijd.

We zitten daarna nog lang in ons tentgedeelte. Joost met z’n laptop voor zijn werk, maar ook om de foto’s van onze toestellen te kunnen up-loaden. Het weer is ondanks de forse wind een stuk verbeterd. Veel minder koud en geen regen.

Het carillon speelt hier ieder kwartier. Gezellig. Het doet me aan mijn moeder denken die ook vlak bij een carillon woonde. Ik geloof dat hier ’s nachts alleen de klok slaat, maar die hoop ik dan niet te horen.

Alles droog? – 1 juli 2020

Dat was weer even wennen – om 7 uur ging de wekker. We wilden immers graag een stukje varen over het IJsselmeer en om 14 uur zou de wind weer aantrekken. Dus snel in de kleren, ontbijten, vuilnis wegbrengen en de havenkaart (zonder borg) in de brievenbus van de havenmeesteres gooien. En daarna netjes achteruit de box uit, met een lange lijn vast op de achterbolder die ons mooi de draai in de smalle haven liet maken toch nog ruim voordat de angsten van de toegesnelde achterburen in de Nynke – dat we bij ze naar binnen kwamen varen – bewaarheid werden.

De Lemsterbaai en Lemstergeul en daarna, tussen een paar vrachtschepen door, de drukke geul (in het verlengde van het Prinses Margriet kanaal) over. En dan bakboord uit langs de dijk en in water staande windmolen rij van de Noord-Oostpolder. Ondanks onze planning was de wind toch al wel een kracht vier en zeker het eerste stuk recht op de kop. De daarbij op het IJsselmeer behorende golfslag haalt behoorlijk wat snelheid uit de boot. Maar als eenmaal het juiste toerental van de motor is gevonden komen we toch tot drieënhalve knoop. Een enkele hoge golf doet soms de snelheid terugzakken naar beneden de twee knopen.

Na de Rotterdamse hoek zit er knik in de dijk van de Noord-Oostpolder. Dat betekent niet alleen dat weer de vaargeul over moeten (het is niet zo druk) maar ook dat we een stukje fok bij kunnen zetten. Daat laatste maakt het varen aangenamer. We gaan iets harder en hebben minder last van de golven. Eén keer duiken we nog diep in een golfdal weg en staat het voordek onder water. Maar bij dat alles is er beperkt buiswater achter in de kuip. Op een paar spetters na zitten we droog in onze zeilpakken. En was het al merkbaar warmer dan gisteren, na af en toe een waterig zonnetje bij Lemmer komt er ook steeds meer zon tussen de wolken door.

Met een blikje cola vervolgen we onze weg. Langs de hele polderkust staan windmolens. Dat lijkt saai, en aan de polderkust is ook niet veel te zien, maar door de regelmatige afstand kun je wel mooi aftellen. Zo zie je dat je toch voortgang maakt! En als dan de laatste molen is gepasseerd is het nog een stukje koers vasthouden en de eerste van een rij west-kardinale (boeien die we dus ten westen moeten passeren, zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Kardinale_markering) komt in zicht. En aan het einde van die rij kunnen we oostwaarts naar, als we nog even op 2 zuid-kardinale boeien letten, de haveningang van Urk.

In de haven vinden we een plek langszij aan de wal. Wel even keren zodat we met de kop op de wind liggen. In de kuip wordt het dan in het zonnetje zelfs aangenaam. In de zon eten we ons brood met een gebakken ei.

Vroeg opstaan en varen in dit weer maken dat het tijd is voor het bekende Urker middagdutje. Dan blijkt, eigenlijk mooi op tijd, dat het luik op het vooronder, voor de hoeveelheid water die we er bovenop hebben gekregen, niet helemaal waterdicht is. Met name in de punt is er wat vochtigheid. Kunnen we onze matrassen en slaapzakken mooi even luchten en laten drogen.

Om vijf uur is het, inmiddels uitgerust en gedoucht, tijd voor een wandeling over dit voormalige eiland. Er is fors meer ruimte voor watersport sinds ons bezoek met de Zeehaen in 2006. Het visserijmonument, met de namen van Urker vissers die op zee bleven, is indrukwekkend; laatste toevoeging van 2019!

Bij de vuurtoren zien we over de voormalige zee een zeilschip geassisteerd door de KNRM; de fok waait los voor de zeilboot uit en de wind is inderdaad zoals voorspeld toegenomen. Veilig komt het schip in de Urker haven aan.

Wij zitten dan inmiddels op het terras van Storm; uit de wind en in de zon. Tijdens een biertje blijkt het nog best lang te duren om die fok van het met assistentie inmiddels aangemeerde schip weer in te rollen. Mannen met oranje pakken zijn er maar druk mee, Omdat er geen schaaldieren zijn eten we ondertussen allebei vooraf een stukje handgevangen IJsselmeer Paling en drie sliptongen. Hoewel we beiden niet helemaal dezelfde techniek hanteren komen de zes vissen toch kundig los van hun graten. Ergens tussendoor blijkt dan toch de fok opgerold.

En dan is de zon weg van het terras en wandelen we weer terug naar onze boot. Na een tweede kopje koffie is het tijd voor onze gebruikelijk avond bezigheden. Waar gaan we morgen naar toe? Moet wel een plek zijn waar we wat wind kunnen hebben; de verwachting is dat er nog wel wat dagen een windkracht zes zal staan!

Nat en droog 30-06-2020

Vandaag is het plan om naar Lemmer te varen. Dat is vanaf Sloten maar een klein stukje. Vandaag is er nog harde wind, maar morgen neemt de wind wat af en hopen we toch weer het IJsselmeer op te kunnen.

We hebben geen haast, dus eerst maar douchen en dan rustig ontbijten. Daarna loop ik nog even naar de bakker in Sloten, voor mij altijd een ultiem genoegen. Niet zozeer vanwege al het lekkers, maar de loop ernaar toe en de leuke bakkertjes die hier vaak zijn. Dit was wel een heel kleine en er was niemand aanwezig. Na een tijdje wachten en een foto nemen van de bakker (durf ik alleen als er niemand is en wanneer is dat nou bij de bakker) ben ik verbaasd dat er niemand komt. Ik zie nergens een bel. Maar wie weet heb ik bij binnenkomst een te grote stap gemaakt, ik ga terug over de deurmat en jawel de bel klingelt en er komt meteen iemand mij helpen.

Terug bij de boot maken we ons klaar voor vertrek. Joost gaat zelfs in vol ornaat vanwege het grijze en koude weer. Wat een verschil met een week geleden!

Via het Brandemeer komen we op de Grote Brekken waar ook de vaargeul van het Prinses Margriet kanaal ligt. We worden ingehaald door een vrachtschip. Geen probleem want we varen keurig naast de beroepsvaart geul.

In Lemmer moeten we langs drie bruggen en uiteindelijk door de sluis. De wind is fors en het valt niet mee wachtend voor een brug de boot recht in de vaart te houden, toch is Joost daar wel handig in geworden. Bij 1 brug moeten we ouderwets en op een ouderwetse manier bruggeld betalen nl via een klompje. Vlak voor de laatste brug is het heel smal en zit het terras pal naast de vaargeul. De sluis varen we sneller dan verwacht in en zodoende hebben we geen tijd om een pikhaak te pakken. Joost weet de lijn in de sluis te pakken en zo kunnen we onze lijntjes om de bolders in de sluis leggen. We stijgen zo’n 30 cm. Meteen om de hoek van de sluis is een jachthaven waar we kunnen aanleggen. Van te voren hadden we de havenmeester gebeld om er zeker van te zijn dat we daar konden aanleggen. Om morgen op tijd te kunnen vertrekken wilden we buitengaats liggen. De sluis wordt namelijk pas vanaf 9 uur bediend.

Helaas in deze box de wind van achteren en we hebben een extra lijntje nodig om de boot goed vast te leggen. De buurman gaat ons daarbij ongevraagd helpen terwijl we daar zelf best uit waren gekomen. Toch maar hartelijk bedankt.

Op naar de havenmeester en de was mee want we hadden gezien dat er hier een wasmachine was. Het havenkantoor was echter gesloten en er hing een briefje dat we moesten bellen. We hadden een pasje nodig voor de wc en de ruimte van de wasmachine, verkrijgbaar bij de havenmeester. Teleurgesteld weer met de waszak naar de boot.

We gingen Lemmer in voor onze verlate lunch, nu konden we wel de spekpannenkoeken krijgen waar we gisteren zin in hadden (en nu ook). Op het terras naast de vaargeul naar de brug konden we nu zelf bootjes kijken die door de smalle vaargeul moesten.

Aan de overkant een opmerkelijk Corona maatregel. Bij een winkel stond een stoplicht waarop je kon zien of je wel of niet naar binnen mag vanwege de drukte binnen.

Terug boodschappen gedaan bij de Jumbo die vlak naast de haven lag. En alles weer opgeruimd.

De rest van de middag regende het voortdurend. Het was zelfs zo fris dat we overdag in de kajuit gingen zitten. We hadden pas eind van de middag eindelijk contact met de havenmeester. Deze haven had een onhandig sep kaarten systeem om in de wasruimtes te komen. Je moet er borg voor betalen, je kan er geld op zetten, in een andere haven kan je deze kaart wel gebruiken, maar niet het geld wat je in deze haven erop hebt gezet en je kan ergens anders ook de borg niet terugkrijgen. Nou na deze hele verhandeling van de overigens zeer vriendelijke havenmeesteres kwamen we tot de conclusie dat het heel onhandig was, zeker omdat we de volgende ochtend vroeg wilden vertrekken en we de kaart pas rond 10 bij haar konden inleveren. Uiteindelijk mochten we de kaart mee zonder borg te betalen als we hem de volgende morgen in de brievenbus zouden doen. Dat was dan wel goed geregeld.

Joost kookte zomerprutje op de boot terwijl ik weer door de regen ging om de was in de droger te doen. Voor het eerst eten in de kajuit.

Na het eten nog even de benen strekken naar de oude vuurtoren van Lemmer en op de terugweg de droge was droog in de boot gekregen. Brr, het mag wel weer wat warmer worden met wat minder wind. We zetten de wekker op zeven uur om om 8 uur te kunnen vertrekken. Morgenmiddag gaat het weer harder waaien, dan willen we weer ergens binnen zijn. Waarschijnlijk wordt dat Urk.

Over grachten, vaarten en een meer naar Sloten – 29 juni 2020

Weer een rustige ochtend. Wij lagen nog lekker in onze slaapzak toen onze buren al vertrokken. Veel geraas van de boegschroef maar verder toch rustig.

Na het ontbijt maakten wij ook los voor allereerst een tochtje door Sneek. Ik wil toch graag met de Watertoren op de foto. Dat betekent drie bruggen en met de wind en het wat onberekenbare gedrag van (andere) motorboten valt dat niet altijd mee. Maar de bruggen zijn vandaag allemaal bemand – dus we kunnen ook weer vrolijk zwaaien naar de brugwachters.  Ook langs de vaart van Sneek naar IJlst wordt nog mooi aan stadsverbetering gedaan. Mooie nieuwe panden aan bakboordsoever. Bij IJlst is, na de brug, ook van alles aan architectuur te bewonderen. Grote huizen en niet allemaal even mooi. Een villa heeft zelfs, kennelijk vooruitlopend op de klimaatverandering, al palmen in de tuin staan. Vandaag zonder de daarbij horende temperaturen.
Een andere villabewoner roept ons op de lofzang uit Jesaja 12 aan te heffen.
Tenslotte staat er ook een echt jaren 70 pand te koop; kennelijk niets meer aan gedaan. Ellen zoekt het op – huisje van 13 kamers (en 0,3hectare grond) kost wel 1,5miljoen euro. Niet alleen omdat het ook van binnen nog echt jaren 70 is zijn we niet geïnteresseerd.

Wij draaien naar bakboord de Wijde Wijmerts op naar Offingahuizen. En dan als maar rechtdoor, de Jeltesloot overstekend, kom je uit bij Woudsend. Opeens komt de stevige wind niet van voren maar van opzij. De gevoelstemperatuur, op deze nagenoeg geheel bewolkte dag, daalt enkele graden. Na de brug van Woudsend wacht het Slotermeer. Ik had al een zeilbroek aangedaan maar voor het meer trek ik ook een zeiljas aan. Geen overbodige luxe. Aan de lage kant van het meer zijn er beste golven en er komt het nodige buiswater ook in de kuip terecht.

Na het meer varen we naar Sloten. Bij de brug een primeur – we moeten voor het eerst bruggeld betalen. En daarna ligt al gelijk het doel van de dag – jachthaven Lemsterpoort. Omdat de aanmeldsteiger bezet is, en er geen havenmeester te bekennen is gaan we maar gelijk in een box liggen met een groen bordje.

En dan de stad in. We vonden het pannenkoekenweer – maar het pannenkoekenrestaurant bij de Koepoort blijkt dicht. Komen we voor de lunch terecht op het terras van de Zeven Wouden. En naast wat te drinken en te eten kijken we onze ogen uit naar opvallende kledingcombinaties (toppunt roze langkorte broek en tot net onder de knieën opgetrokken gifgroene kousen) en mensen die letterlijk zuchten onder overgewicht. De netjes om 4uur door buienradar aangekondigde regen komt op tijd maar mag geen naam hebben. Wij vermaken ons prima!

Na het avondeten op de boot gaan we de benen strekken en lopen een stukje van het Sint Odulphuspad naar Wijckel. En het laatste stuk voor de wind terug. Om negen uur terug op de boot waar de afwas op ons wacht. Ondertussen waait de wind door de bomen, de masten en het wand. Ja, zelfs hier in de boot waait de wind. We zitten lekker in de kajuit met een biertje en muziekje aan. Maar langzaamaan wordt het weer tijd voor zeilplannen.