Gletsjerkou en camperwarmte

18augustus 2019, Bergen – Garen, 169 km

Wakker worden door tram 1. Thuis lukt dat niet, maar hier is de tram wel heel dichtbij. We ontbijten weer binnen in de camper, het is meestal nog te fris om dat buiten te doen. Daarom maakt het ook niet zoveel uit dat we op een ongezellige parkeerplaats staan. We rijden al rond half 10 weg en onze plaats wordt meteen weer door een nieuwe camper ingenomen. In het begin hebben we nog wel eens een bui, maar het lijkt steeds meer op te klaren. We rijden vandaag langs de noordoever van de Hardangerfjord richting het nationale park Hardangervidda. Voor we bij de Hardangerford aankomen hebben we al weer een heleboel tunnels gehad. De weg is weer een toeristische route. Het is behoorlijk druk op de weg, mogelijk ook Noren die op zondag een uitstapje maken. We passeren meerdere watervallen. Bij een stoppen we voor een foto en om lekker zelf koffie te zetten.

Verder rijdend hebben we prachtige uitzichten op de Hardangerfjord en ook op een gletsjer, de Folgefonna. Indrukwekkend dat je hier de gletsjers vanaf zeeniveau kan zien. Deze gletsjer ligt op 1600 meter. Niet gek dat als we even wat hoger komen het snel weer koud hebben.

Aan het einde van deze fjord splist deze zich in twee vertakkingen. Aan het einde van de ene vertakking gaan we een tunnel in, we komen bij een tunnelrotonde, we gaan rechtsaf en vanuit die tunnel komen we direct op een brug over de 2e vertakking van het fjord en duiken meteen weer een tunnel in. De weg klimt nu omhoog, we gaan de bergen weer in, we gaan een tunnel in met in de tunnel meerdere keerlussen om op een kort oppervlak hoogte te winnen. We blijven ons verbazen over de bouwkunst van de Noren. Is dat wel wereldwijd bekend?

We komen nu al gauw bij de camping die ik uit had gezocht omdat je vandaaruit wandelingen kon maken in het Nationale park Hardangervidda. In feite zitten we hier net niet in het park, er lopen geen autowegen door het park. Het is een hoogvlakte (wij zitten nog in een dal), de grootste van Noord Europa. De camping is vrij rustig, er staan wel wat kleine tentjes en verder zijn er veel vreemde vaste plaatsen: een huisje met daar tegenaan een caraven. Alsof het huisje de voortent van de caravan is. Geen idee welk voordeel dit heeft, warmte misschien, want het is hier best koud. Wat dat betreft hebben we wel bewondering voor de mensen die hier een klein tentje induiken.

Na van oud brood wentelteefjes gebakken te hebben gaan we op weg voor een wandeling. De campingbaas gaf een tip en we konden een foto van haar kaart maken waar de wandeling op stond, De wandeling zou echter goed aan gegeven staan. De route is eerst vrij gemakkelijk, maar we moeten steeds verder klimmen over drassige paadjes en het begint ook nog te regenen. Toch zien we nog steeds routeaanwijzingen. Toch nog eens naar de foto van het kaartje gekeken en de hoogtelijnen bekeken. We blijken veel te ver doorgeklommen te zijn. We hebben ondertussen wel een blik op de gletsjer de Hardanger Jokulen kunnen werpen. Dan maar weer terugglibberen en de goede weg nemen. Na bijna 3,5 uur zijn we terug op de camping. Een mooie wandeling, maar we zaten echt nog niet op de hoogvlakte.

Nat en koud geworden gaan we douchen en zetten ondertussen de verwarming in de camper maar eens aan. We zijn blij met deze luxe en zijn niet jaloers op de mensen in de tentjes. Brrrr.

Mooie foto’s uitzoeken voor het blog valt vandaag niet mee, de gletschers zijn er niet op te zien. Het was blijkbaar geen fotogeniek weer.

Bruisend Bergen

(17 augustus 2019, Flåm-Bergen, 165km)

Geen mooi weer vanochtend. Nee, stromende regen. Toch op tijd opstaan om ons op deze grote camping in het campingleven te storten en op tijd te vertrekken.

Eerst dus maar douchen. Dat kan leiden tot wisselende ervaringen. In elk geval hoefden we niet lang te wachten. Loop je vrolijk, in je camping smoking, met je handdoekje over het campingterrein wordt je met een fris “Goedemorgen” begroet. Oh ja, die tas van Albert Heijn verraad iets.

Daarna in de camper rij voor het legen en vullen van tanks. Voor ons een Noorse camper met Italianen. Veel kabaal en overleg op hoge toon – weinig voortgang. Sterker – ze reden zo maar een paar meter achteruit. Gelukkig hadden we niet aangesloten en wat ruimte overgelaten. Met ons tweeën hadden we de helft van de tijd nodig om dezelfde doelen te bereiken.

En toen reden we Flåm uit en gelijk weer een tunnel in. Vandaag ook weer veel tunnels op de weg die vooral het spoor tussen Oslo en Bergen volgde. Een weg ook langs beken en bergdalen tot we weer bij een fjord waren. De langste tunnel was 11km waarbij bijzonder was dat ze daar bezig waren aan het wegdek: geen belijning en veel hobbels met een maximumsnelheid van 50km. De kortste nog geen 20m – maar ook daarvoor stond vooraf netjes een bord met de lengte.

Onderweg werd het wel steeds lichter maar helemaal droog was het niet toen we de buitenwijken van Bergen inreden. We vonden de camping, beter parkeerplaats voor campers, en konden onze camper op de laatste vrije plaats parkeren. Wat een geluk! En daarna met sneltram lijn 1 naar het centrum van Bergen. Twee dagen achterheen railvervoer – het kan niet op! Wel jammer dat we één voor één de kaartjes (met een credit card) moesten kopen. De tram reed net weg toen we pas 1 kaartje hadden gekocht. De volgende tram kwam echter al binnen vijf minuten.

Eenmaal in het centrum bleek het gezellig druk. Het was ook wel eens tijd voor een lunch. We liepen net de vismarkt op waar we letterlijk in eettentjes kunnen eten. Met special voor de locatie gemaakt bier, met maar een beetje alcohol (2,5%), aten we respectievelijk Zalm en Mosselen. Lekker en fijn met uitzicht op de haven waar de nodige passanten hun (zeil)schip aanlegden.

Daarna de wijk Bryggen verkent. Ook Bergen kent een Hanse verleden en dat is daar nog terug te zien. Een bruidspaar dat net de Mariakerk uitkwam deed ons weer terugdenken aan Trondheim toen we wel 5 bruidsparen zagen. Alle gasten ook bijzonder goed gekleed – de kerk op zaterdag niet te bezichtigen. Verder wel veel leuke winkeltjes waar naast veel toeristische spullen en Kerstballen ook warme gebreide truien te koop waren.

Daarna was het tijd voor een drankje. Inmiddels scheen zelfs de zon een beetje en dus gingen we op een terras zitten met ons getapte lokale Hansa biertje. Maar daar kwam toch weer een bui aan. Gelukkig kon het dak worden dichtgeschoven – toe dat net was afgerond barstte de bui pas echt los. Blij dat we binnen zaten.

Daarna, toen het weer droog was, ook nog even naar de Johanneskerk geklommen en daarna via de Grieghallen, het Bergense Concertgebouw genoemd naar componist Edvard Grieg, de Domkerk gezien.De Grieghallen bleken het meest bijzondere gebouw.

Toen was het weer etenstijd. In de reisgids waren meerdere aanbevelingen – de eerste twee van onze keuze waren echter vol en konden ons deze avond niet meer hebben. Bij het Ridder restaurant aan de Kong Oscars Gate (1a) konden we wel terecht en werden we gelijk gastvrij ontvangen. Bij weer een Hansa biertje aten we Kabeljauw en Spagetthi met garnalen. Net onvermeld mogen de toetjes blijven Gebakken appelschijven met kaneel en Warme rode vruchten, beide met vanilleijs!

Na het eten teruglopen, het was al weer nagenoeg droog, naar Byparken voor de sneltram naar onze halte Sletten (Noors voor Schilden). Net als thuis met lijn 1.

Tunnelvisie

16 augustus 2019, Sjkolden – Flam, 112 km

Wakker worden en kijken hoe het uitzicht is op deze ochtend: mooie laaghangende wolken boven de fjord. Het geluid van de fluitketel wekt Joost zodat ik hem kan feliciteren met z’n 23 jaar ouderschap en hij mij. Bij het ontbijt kan Joost het niet laten om een verjaardagslied te gaan zingen. Ik maak er maar een videootje van en zet deze in de familie-app.

We rijden al op tijd weg via de smalle weg langs het fjord itt de brede weg aan de overkant. We gaan ook door meerdere smalle onverlichte tunnels. We komen na 30 km de waterlijn volgend uit in Ornes waar we de oudste staafkerk (1130) willen bezichten. Staafkerken zijn afgezien van 1 in Zweden en 1 in Engeland alleen te vinden in Noorwegen. Er zijn er nog 28 en deze is dus de oudste en een UNESCO wereld erfgoed. Staafkerken zijn bijzonder vanwege hun constructie, gebouwd van houten pilaren.

Na de camper geparkeerd te hebben moesten we nog 15 minuten naar boven klimmen tussen fruitbomen door. Het was heerlijk zacht weer, de zon kwam steeds meer door en je voelde dat fruitbomen hier goed kunnen gedijen. Natuurlijk moesten we ook voor dit kerkje weer kaartjes kopen, maar we kregen er wel een korte rondleiding bij. Deze staafkerk was de 4e kerk die op deze plaats werd gebouwd. Deze keer hadden ze voor het eerst de palen niet in de grond gestoken maar op een ondergrond van stenen gezet en was daardoor veel langer houdbaar. Binnen vond ik de kerk heel bijzonder, het is toch net of je de middeleeuwen binnen stapt.

Door ons waterprobleem in de camper was het wel fijn dat er tegenover de kerk een gezellig cafetje was voor de koffie. Bij een onbemand straatkraampje kochten we frambozen en toen de camper in om even daar beneden in de rij te gaan staan voor de veerpont naar de andere kant. Hij was net weg en we moesten best een tijd wachten wat buiten op een bankje in de zon nog zo gek niet was. Toen de pont er was bleek dat alle auto’s er achteruit op moesten rijden en de toerit was best smal. Maar goed dat ik zo’n goede chauffeur heb.

We gingen verder op weg naar het plaatsje Flam, waar we een beroemde treinrit willen maken. Om daar te komen reden we wel door 4 tunnels en namen we nog 1 pont. De langste tunnel was bijna 25 km lang en daarmee hadden we door de langste autotunnel ter wereld gereden. In Flam was de camping snel gevonden. Voor een heleboel geld (het is hier nl een topattractie) mochten we onze camper voor een nacht stallen. Het was inmiddels al 3 uur en we wilden vandaag nog met de trein gaan, een ritje van een uur heen en een uur terug. Nadat we de kaartjes hadden gekocht nog even ergens wat gegeten en gedronken en Lukas gebeld om hem te feliciteren met zijn verjaardag.

We stapten wat laat de trein in en die bleek bomvol te zitten en het was er snikheet. We konden nog ergens tegenover elkaar zitten, maar niet meer bij het raampje. Joost begon toch te glimmen toen de trein wegreed. Alleen al het geluid van een wegrijdende trein kan hij erg van genieten.

Deze trein klimt over 20 km 860 meter omhoog door een smal dal watervallen passerend en op het traject zitten wel 20 tunnels. Je ziet soms meerdere tunnelbuizen boven elkaar liggen.

De heenweg was niet aangenaam en we konden niet zoveel zien. Halverwege was er een ‘fotostop’ waarbij je naar buiten mocht om een waterval te bewonderen. Opeens ging er Noorse muziek klinken en stond een Noorse bosnimf naast de waterval te dansen. Het was hilarisch, al die mensen trein uit, foto’s maken, trein weer in en trein weer rijden. En toen hoorden we de muziek nog omdat mensen fimpjes hadden gemaakt en die gingen bekijken.

Op het eindstation van dit traject stapten de meeste mensen gelukkig over op een andere trein en zaten we terug in een hele lege trein. Raampjes open gezet en heerlijk rond kunnen kijken. Nu zagen we ook het fietspad goed langs het spoor lopen. Je kon boven een fiets huren en lekker naar beneden rijden. Joost heeft heel veel foto’s gemaakt. Ik weet niet of we nu waar voor ons geld hadden, ongeveer de helft van de treinreis zaten we in een tunnel! En dat na al die tunnels overdag. Zouden wij nu last van tunnelvisie krijgen?

Door hooggebergte terug naar zeeniveau

(15 augustus 2019, Hellesvik-Sjkolden, 263 km)

We werden wakker op een zonovergoten camping. Voor onze deur een wat kleiner cruiseschip, “Europa”, geparkeerd. Maar wij hadden weinig aandacht en gingen snel ontbijten en daarna voorbereidingen treffen voor het vertrek. Ellen ging daarbij boodschappen doen terwijl ik nog wat tanks ging legen.

Toen ik Ellen bij de supermarkt oppikte had ze tot mijn verrassing een zak aardappelen bij zich. Die verrassing was vooral zo groot – vertelde ik haar – omdat ik geen dunschiller in de la had zien liggen. Ellen dacht toch zeker te weten dat zo’n apparaat op de inventarislijst stond. Daarmee kwam het ding nog niet in de la!

Met dit mooie helder weer was het plan om door de bergen te rijden. Daarbij kwam het goed uit dat we ten noorden van het Noorse hooggebergte zaten en we toch weer iets naar het zuiden willen. Het eerste stuk voerde ons langs (forse) bergmeren. Dit leidde bij ons tot de vraag hoe je kan zien dat het een bergmeer is en geen fjord. Voorlopig weten wij – zonder andere hulpmiddelen zoals een hoogtemeter – niet beter te bedenken dat het water te proeven: een bergmeer is zoet.
Aan de oever van een bergmeer dronken wij lekker in de zon onze eigen koffie met een chocoladekoekje!

Omdat Ellen graag geniet van het uitzicht wilden we met dit mooie weer ook de passen nemen en niet omrijden door de tunnels. Dat ging voorbij Stryn al bijna mis. Onze routeplanner wees natuurlijk de snelle route door tunnels en nette tweebaanswegen. Dus misten we de afslag naar de pas en reden de eerste tunnel in. Gelukkig konden we direct na de 2,7km tunnel weer keren. En na weer de tunnel doorgereden te zijn konden we gelijk links steil omhoog.

Het hoogste deel is al nog begroeid met een soort hei dat schapen kennelijk lekker vinden. Die lopen daar dan ook vrij rond wel vaak netjes aan de kant van de weg. Maar een keer, bij het passeren van een brug moesten we rustig achter ze aan rijden.

Hier en daar lag nog wel wat sneeuw. Maar voor wintersport mocht dat geen naam hebben. En de lift naar het Stryn zomerskicentrum was niet in gebruik!

De weg was niet geasfalteerd, meer een soort zand/grind combinatie, en had regelmatig een rij gaten in het wegdek. Verder was de weg smal – alleen op specifieke plekken konden tegenliggers elkaar passeren. Maar met goed opletten en een beetje de tijd hebben ging dat verder prima. Het was ook niet druk met tegenliggers.

En natuurlijk stopten we regelmatig om van het uitzicht te genieten en foto’s te nemen.

De tweede pas was een nationaal toeristische route en voerde ons zelfs langs gletschers. Omdat hier geen lagere (om)weg was die als alternatief kan dienen is deze weg geasfalteerd. Maar de paaltjes staan al naast de weg om bij sneeuwval aan te geven waar de weg zich bevindt.

Bij hooggebergte moet je in Noorwegen denken aan zo’n 2400 meter. Lang niet zo hoog als de Alpen dus – maar het ziet er wel precies zo uit. En omdat het zo Noordelijk ligt is het bovenop dus ook behoorlijk kaal en in de winter met veel sneeuw bedekt! Op ons hoogste punt – de pashoogte – waren we op 1434m: de hoogste pas in Noord-Europa!

En dan plotseling stroomt het water in de beek naast de weg weer in de rijrichting. We zijn het hoogste punt gepasseerd en we gaan weer naar beneden.

Na een forse afdeling op een hobbelige smalle weg, met zelfs een tweetal trucks met oplegger als tegenligger, zijn we dan toch opeens in Skjolden. Aan het einde (of begin) van het Lustrafjord is aan het water een plek zonder voorzieningen waar we mogen staan. Wel goed vlak en met picknick tafels! Kunnen we de nacht weer fijn doorbrengen op zeeniveau.

Uiteindelijk vandaag veel gereden en gezien. Maar ook op tijd om nog even zittend in de zon aan het fjord een biertje te drinken en aardappels te schillen. Jammer dat de zon al snel achter de bergen verdwijnt. Maar we kunnen toch nog lekker aan (picknick)tafel genieten van de spitskool stamppot met gehakt-pestosaus. Ellen heeft de aardappelen geschild met het aardappelschilmesje en het smaakt goed!

Wel nog een kleine tegenvaller – het water blijkt opeens op. Kennelijk hebben we veel verbruikt of een kraan laten lekken. (De watermeter werkt sowieso niet). We wandelen naar het dorp voor koffie maar daar is (bijna) alles dicht. Wel doet een groepje vrouwen aan yoga en wordt er op het voetbalveld getraind. Wij zetten maar zelf koffie uit een waterfles die we (in 6-voud) voor noodgevallen bij ons hebben.Zitten we nog even buiten – het is hier wind- en doodstil – zwemmen drie a vier bruinvissen voorbij. Te ver weg en te onvoorspelbaar voor een foto maar het geluid is onmiskenbaar!

Nu nog even kijken hoe we morgen onze tank weer kunnen vullen!

Utsikt (Noors voor uitzicht)

14 augustus 2019, Hellesylt (Geiranger-Hellesylt) 0 km

Brrrr, dat was een koude nacht. Nachtkleding en een slaapzak waren niet genoeg om de nacht door te komen, dus ’s nachts nog maar wat meer aangetrokken. De wekker ging deze keer want we wilden de boot van 09.30 nemen. Door ons voorraam zagen we dat er al een cruiseschip was gearriveerd. Deze bleef op afstand en er kwamen meerdere bootjes vandaan met heel veel mensen. We zagen ze in massa’s aankomen. Wat moeten die hier eigenlijk gaan doen in dit gat vroegen wij ons af. Maar we zagen al gauw dat ze afgevoerd werden met bussen. Geheel vrijwillig nemen wij toch aan.

Het geplande ontbijtje werd niets omdat de yoghurt bevroren bleek te zijn. Dan alleen wat drinken en op naar de ferry. Op de boot eerst lekker binnen gaan zitten en een koffie en pannekoekje genomen als ontbijt. De boot vertrok toch nog niet.

Toen we eenmaal voeren naar het dek gegaan. We konden nog even zwaaien naar onze camper. Op het dek was het best druk. Wat bleek, die bussen met mensen van het cruiseschip waren vervolgens op onze ferry gereden en hadden daar al die mensen weer uitgespuugd. Terwijl wij enorm van het uitzicht genoten van het fjord aller fjorden (Geiranger fjord) liep een host van het cruiseschip maar te zoeken naar mensen van hun bus en was ze bezig te vertellen dat voordat de boot aankwam ze allemaal aan de rechterkant moesten verzamelen om de bus in te gaan. Er schort iets aan de organisatie dachten we maar waren ook blij dat wij alleen op elkaar hoefden te passen.

Het fjord is zo bijzonder omdat de hellingen erg steil zijn, er nauwelijks wegen langs lopen en er geen mensen meer wonen. Toch was er een boerenfamilie die er tot 1961 zat met wel 100 geiten en heel veel vruchtbomen. Ze moesten dagelijks het water voor de geiten en zichzelf over de berg vervoeren werd er verteld. Dat vraag ik me dan weer af, want er stromen zoveel watervallen van deze bergen, een aftappinkje en je hebt je stromend water toch gewoon?

De boottocht was wel aardig maar niet uitzonderlijk. Terwijl ik van uitzichten hou. Maar misschien kwam het wel omdat we eigenlijk het uitzicht zelf waren, als je begrijpt wat ik bedoel. Grappig was dat ik op de boot nog even naar de wc ging en ik tot mijn verrassing een wc met uitzicht had. Ik kon het niet laten daar nog even een foto van te maken.

Na een uur varen kwamen we aan in Geiranger. Er bleken hier wel 2 cruiseschepen te liggen. Onze boot legde aan en wij begaven ons naar het autodek. Een aparte uitgang voor passsagiers te voet hadden ze niet. We stonden heel lang te wachten tussen de auto’s geklemd toen bleek dat de bootdeur niet open wilde. Ondertussen kwam de host van het cruiseschip onze kant op en maande op een boze manier twee mensen achter ons dat ze al lang in de bus hadden moeten zitten. Het gezicht van die host deed meerdere mensen aan hun schoolreisjes terugdenken waardoor we gezamenlijk in de lach schoten. De deur ging inmiddels open en we konden het toeristische plaatsje inlopen waar je vooral verleid werd allerlei andere dingen te gaan doen dan wandelen.

Het was even goed zoeken voor we een wandelkaart hadden bemachtigd en voor we de goede weg naar boven hadden gevonden. We kwamen langs een mooi kerkje waarvan je ook al een mooi uitzicht op het fjord had. Rondom graven en dan denk ik opeens, als je dood bent heb je hier ook een mooi uitzicht.

De wandeling was een grote steile klim naar boven. Het had 2 dagen geregend dus het was ook nog vrij glibberig. Na een dik half uur klimmen en zweten zagen we een bankje, hier helaas nog geen uitzicht. Een Engelse vader en zoon boden aan een foto van ons samen te maken en wij maakten er een van hen.

Daarna gingen zij echter meteen weer naar beneden. Ze hadden nog helemaal niets kunnen zien en wel 300 meter geklommen! Tja, misschien was er wel een host met schooljufachtige kwaliteiten waarvan ze weer op tijd in de bus of boot moesten zitten. Wij liepen door, het tweede gedeelte was een stuk lichter en we werden beloond met een van de meest fantastische uitzichten die ik ooit heb gehad. En dan schieten woorden te kort en hoop ik dat de foto’s dat over kunnen brengen.

Na flink genoten te hebben van deze plek gingen we terug. Een vrouw die nogal strompelend liep nog op weg naar het uitzichtspunt vroeg hoe ver het nog was. Een tijd is dan moeilijk aan te geven, maar ik kon alleen maar uitbrengen: “You have to see this”, waarbij haar man dankbaar naar mij lachte.

Voor de afdaling in te zetten hebben we op een terras geluncht. We besloten niet dezelfde weg terug te nemen maar de gemakkelijke weg, meer kilometers maar minder steil dalen. Het laatste deel ging langs een waterval met allemaal trappen. 3,5 uur nadat we onze wandeling waren begonnen waren we weer terug in het dal. We namen een pilsje en dat is hier gezien de prijzen van alcoholische dranken een ware traktatie. Op de boot terug waren we erg moe en rossig. We hebben alleen maar lui binnen in de salon gehangen. Uitrusten in de camper, het eten dat we van gisteren over hadden opgewarmd, afwassen en een heerlijk warme douche genomen. We hebben een fantastische dag gehad, droog en soms wat zon. En nu lijkt het een stuk minder koud dan gisteravond. Dan zullen we vast lekker slapen.