Opschieten met halve wind – (Strande – Mommark 33,7nm; 10 juli 2018)

Gisteravond het plan gemaakt – we gaan via de Westelijke route naar het Noorden. Dat past mooi bij de verwachte Oostenwind van de komende dagen. En het is ook een heel mooi stuk! Iets kortere tochten leek ons ook verstandig – dan hebben we niet de hele tijd haast en zijn we ook ruim voor het eten binnen. Op 34 mijl ligt Mommark (Denemarken). Daar waren we eerder maar leek nu weer de perfecte stop op weg naar “boven”.

Toen we wakker werden was de Westenwind inderdaad gaan liggen – een Oostenwind was er nog niet. Maar na het inleveren van de toiletsleutel, de laatste boodschappen (vooral yoghurt) en het ontbijt was er toch een Oostenwindje te voelen. We waren om kwart voor tien nog niet helemaal wakker dus duurde het dit keer iets langer voordat we de box uit konden varen. Maar daarna snel op de motor in Oostelijke richting naar de boei die we moesten ronden om de ondiepten bij Strande te ontlopen.

Daar de zeilen gehesen. Het bleek inmiddels windkracht 4 en inderdaad uit het Oosten. Nog even wat trimmen en daarna was de boot op snelheid. Zo rond de zes knopen. Soms kwam er een bootje achterop, we haalden er ook twee in en er waren ook twee tegenliggers. Maar we voeren vooral lekker door. Het enige dat ons wat verbaasde was dat het geen warme maar een frisse Oostenwind was.

De golfslag veroorzaakte een zeldzame spetter. Was wel net teveel om even fijn binnen lunch te maken. Dus brood en beleg naar buiten – in het tafelkastje. En daar smeerden we dan ons brood kaas respectievelijk salami. Met een blikje Fanta dit keer.

Om goed om de punt van Als (het eiland waar Mommark op ligt) te kunnen varen moesten we een beetje oploeven. We moesten toch echt om een Oostkardinaal heen varen. Ellen ging nog even met volle maag een dutje doen. De Notos rondde de boei, viel weer wat af en parallel aan de kust van Als gingen we op ons doel af. Wel even opletten – om netjes de haven in te komen moeten we eerst even doorvaren en dan terug steken.

Om half vier konden de zeilen al neer. En achter een vissersbootje aan gingen we de haven. Niet heel veel plek maar we konden mooi tussen twee boten in vastknopen. Nu met de achterkant naar de wal wat af en opstappen op de lage steiger vereenvoudigt. Dan een frisdrankje en genieten van de bootmensen die er liggen (waaronder een meisje van nog geen 2 dat best alleen van haar zeilboot wil klimmen) en de boten die na ons komen. Eén zeilboot vaart nogal hard tegen de kant – kennelijk doet de achteruit het niet. En de vlag van het gastland in het wand gehesen. Bij het aanmelden gelijk in het restaurant gereserveerd voor de avondmaaltijd. We kunnen daarna op het achterdek gaan lezen, even douchen of een dutje gaan doen.

Het helemaal niet grote restaurant is helemaal vol als we om 7 uur aanschuiven. Ter verhoging van de feestvreugde gaat de eigenaar verhaaltjes vertellen (hij zou Louis Armstrong hebben leren zingen) en zingen. Naast enkele Deense klasiekers passeren onder meer “A Wonderfull world”, “A teenager in love”, “I’m gonna love you just a little bit more” en “Green green grass of home”. Snel is op één of andere manier duidelijk dat wij geen Duitsers zijn. Het mag de pret niet drukken. De eenvoudige doch voedzame maaltijd (Zalm en Hamburger) smaakt goed en de stemming is prima.

Op de boot nog koffie en het WK volgen we via Nu.nl. Jammer voor België. Wij gaan morgen weer verder en hopen met Mirjam op een Kroatisch feestje.

Gestrand in Strande? (9 juli, Strande)

We hadden van te voren gezien dat voor vandaag een westenwind 5 was voorspeld en op zee zelfs zes. Expres deze haven uitgezocht aan de westkant van de Kieler Bocht, zodat we voor een dagje ‘schuilen’ goed beschut zouden liggen. De mooie maar wel drukke badplaats aan de oostzijde kenden we toch al. We zijn altijd wel in voor iets nieuw.

Het was nog erg stil bij het wakker worden, nauwelijks geklots tegen de boot. Toen we eruit waren begon de wind wat aan te trekken, maar het viel ons erg mee. Niettemin genoten we van een dagje rustig aan. Lekker krantje (op I-pad) lezen bij het ontbijt, muziekje op. De douche op de boot maar eens uitgeprobeerd want de douche in de haven was te veel Duitse gezelligheid op te weinig vierkante meters. Privacy hoeven die Duitsers niet als het maar met mensen van hetzelfde geslacht is. Superdouche op de boot zodat ik te veel warm water had verbruikt en Joost een deels koude douche had. (Sommige lezers weten dat dat ook wel eens andersom is voorgekomen).

Ik ging ons maar eens melden bij de havenmeester. In een mum van tijd was dat geregeld. Liggeld van 6.75 per nacht! Dat lukt in Nederland niet. Ik dacht klaar te zijn, maar de havenmeester vroeg of ik niet iets vergeten was. Ik had geen idee. Lachend zei hij: “de wifi code! De Nederlanders vragen daar allemaal als eerste om! ” De Duitsers niet dan, kon ik alleen maar uitbrengen. Veel minder volgens hem. (Toch maar eens nagaan of ik niet beter een Duits mobiel abonnement kan nemen!) Nadat ik nog bij een supermarktje brood en iets lekkers voor bij de koffie (vroeg Joost zelf om!?) gekocht had, terug naar de boot waar Joost die koffie ging zetten. Daarbij lekker lezen, ik in ‘Donderdagmiddagdochter’ van Stevo Akkerman en Joost ‘God en ik’ van Alain Verheij, waarbij we elkaar de opmerkelijkste uitspraken vertellen en we beiden ook vinden dat de ander het boek ook moet lezen.

Na een lunch op de boot trekken we onze wandelschoenen aan. Vroeger heb ik van Joost geleerd een hele dag te kunnen lezen en hij van mij dat wandelen leuk kan zijn. Dit combineren we tegenwoordig graag. We wandelen via een kustpad langs de Kieler fjord richting Kiel en hebben voortdurend een mooi uitzicht. In de verte zien we de zeilen van heel wat kite surfers alsof er slingers boven de zee zijn opgehangen.

We komen langs het Olympisch zeildorp van 1936 en 1972 en drinken op een wat alternatief terras niet zomaar een cola’tje en een biertje. Een afro-cola, zonder duidelijk vermelding waarom het zo heette. Ik vraag me dan meteen af of dit niet erger is dan gewone cola. Hoe was het ook al weer? Honderd liter water is nodig voor 1 liter cola! Op het flesje van het Flensburger biertje staat dat per flesje dat ze verkopen een vierkante meter strand gereinigd wordt. Bijzonder toch dat consumeren zo goed kan doen.

Drie uur later ploffen we op de bankjes in de kuip, schoenen uit, benen omhoog, een biertje en weer een boek! Vakantie! Joost kookt nog een maaltijd op de boot, en na de maaltijd moeten we maar eens plannen voor de tocht van morgen gaan maken.

Mooi weer zeilen – (Grossenbronde – Strande 44,3nm; 8 juli 2018)

Vandaag gaat de reis echt beginnen. Wel een kleine “maar”; de afgelopen dagen werd windkracht 5/6 uit Westelijke richting voorspeld. Dat is wel een beetje fors op een eerste dag. Maar deze ochtend was de verwachting terug naar 5/4 uit West later Noordwestelijke richting. Precies een mooie wind om naar de Kieler bocht (toch vooral in Westelijk richting) te zeilen.

Rond 10 uur waren ontbijt en overige voorbereidingen gedaan en konden we van wal. Van de rij charterboten waren we de eerste dus werd er met spanning gekeken of we achteruit varend met beetje schuine wind achter de box wel konden verlaten. Maar door jarenlange oefening lukte ons dat probleemloos; enigszins teleur- of gerustgesteld werd een aantal armen ten afscheid geheven.

Eenmaal buitengaats konden we op deze nieuwe boot met rolgrootzeil toch vrij vlot de zeilen hijsen en met halve wind richting Fehmarn brug. Dat ging vlot. Omdat we onder de brug pal wind tegen hadden moesten de zeilen weer neer (beter gezegd “ingerold”) en gingen we op de motor verder. Stroom en wind tegen; dan gaan we niet zo hard. Wel tijd om lekker in het zonnetje van de vers gezette koffie te genieten.

We zijn al een paar keer onder de Fehmarnbrug doorgevaren. Blijft toch elke keer bijzonder – er is ruimte (meter of 10 boven de mast) zat toch lijkt het altijd krap. Dit keer wel extra genieten dat er net een trein overheen reed.

Onder de brug door bleek de wind nog niet erg Noordwestelijk. Toch maar hijsen en aan de wind verder. Na even zoeken hoe alles precies werkt konden we – met volle zeilen want windkracht 5 was het niet meer – we een kleine 5knopen aan de wind zeilen. Dat ging een uurtje of twee lekker zo door maar doordat de wind maar nauwelijks naar het Noordwesten draaide gingen we nog niet recht op ons doel af. En de wind nam verder en verder af. Toen de snelheid helemaal uit de boot was verdwenen bleek dat we op de motor – recht op ons doel af met 5 knopen – nog wel zo’n 3 uur varen nodig hadden. De zee was vlak en de zon scheen – om beurten deden we een dutje.

Het laatste uur trok de wind weer aan. Pal tegen – nog steeds uit het Westen. We konden dus niet veel anders dan door moteren; door de tegenwind gingen we wel iets minder snel.Nadat we twee ferry’s hadden ontweken kwam dan toch de haven van Strande in zicht. Even zoeken naar een box. En toen die gevonden was bleek het met smalle vaart en dwarswind niet eenvoudig om achteruit in te varen. Vooruit varend was het echter geen probleem. Snel eerst de achterste lijn aan de hoge kant om de paal leggen en daarna voor vastknopen. Het ging bijna perfect..

Even na achten een hapje eten bij de jachtclub uit Kiel. En nog rondje over de strandboulevard van Strande. Tot slot lekker in de kajuit lezen en schrijven met een lekker muziekje (best of Simon en Garfunkel vanavond).

Ontspannen naar de boot (Bremen – Grossenbrode; 7 juli 2018)

De bedden in kamer 117 van Motel One Bremen waren goed genoeg om ons tot na 8-en te laten slapen. En ook na het ontwaken bleven we even liggen en lekker douchen voor we naar het ontbijt afdaalden. Onder de lekkernijen dit keer (chocolade) croissants, half zacht gekookte eitjes, fruitsalade, broodje kaas en veel jus. En we konden buiten in de binnenplaats van het hotel eten – wel met vest aan. De koffie aan het eind was Duits.
Nu kalm aan de auto uit de parkeergarage ophalen. Ik moest nog nieuwe slippers en die tijdens de korte wandeling ook op ons gemak gekocht. Op de 9e verdieping stond onze auto zoals we hem hadden achtergelaten. Na wat gedraai en gecirkel konden we de garage verlaten en even later betaald voor ons hotel parkeren. Tassen ophalen, uitchecken en de auto in.

Pas bij Lubeck kwamen we file tegen. We hebben tijd genoeg dus even een stukje binnendoor – dat bracht ons zelfs door een toltunnel onder de Trave. In Heiligenhafen nog even getankt en zo reden we kwart voor drie het bekende terrein van de jachthaven op.Van alle administratieve en technische handelingen is vermeldenswaard dat onze boot dit jaar Notos heet. Even opgezocht (https://nl.wikipedia.org/wiki/Notos): Notos is in de Griekse mythologie een van de windgoden en representeert de Zuidenwind. Die zullen we vermoedelijk zelf de komende dagen niet ondervinden.

Een tweede dingetje is dat een wat kleinere gezellige nieuwe boot is. Maar de diepgang blijkt toch 2,02m – dat is een halve meter dieper dan we wilden. Daar zullen we met de toerplanning verder rekening mee moeten houden.

Nadat we ook een kugelfender voor achterop hadden gekregen konden we de spullen naar de boot brengen. We liggen met de kop naar de kade dus dat is best onhandig bagage overzetten. Maar dat krijgen we met ons 2-en wel gedaan: het meeste ging direct het luik het vooronder in.

Na al deze vermoeienissen terug naar Heiligenhafen voor avondeten en boodschappen. Even na 6-en zaten we op een terrasje met een Konings biertje. Niet veel later komen er schnitzels met friet. Met een volle maag doen we de boodschappen; er komt nog veel lekkers in ons karretje terecht.

Terug op de boot wordt er nog wat uitgepakt, vla met (van huis meegenomen) rabarber gegeten en bij gezellige kajuitlampjes gewerkt aan ons blog. Het is met de wind pal op het achter dek buiten te fris.

Stadsmuzikanten (Amsterdam – Bremen; 6 juli 2018)

We hebben gisteravond beiden nog de laatste zaken van ons werk afgerond. Daarnaast de laatste was gedaan. Vandaag alle tijd om te pakken. We zijn van plan om naar Bremen te rijden en het hotel is al geboekt. Het is maar 3,5 uur rijden, dus we kunnen rustig aan doen en zelfs uitslapen. Maar dat lukt mij dan juist niet. Op tijd was ik al aan het pakken. Rustig koffie gedronken en nog de laatste spullen. Als we wat vergeten zijn kopen we het wel, dachten we. Zo zitten we, na Lukas gegroet te hebben, toch al om 12 uur in de auto. We nemen de route via Groningen, lekker rustig, en genieten van een lunch bij de Poort van Groningen. Verder rijden en dan schiet je opeens te binnen wat je vergeten bent: m’n portemonnaie. Is te kopen, maar niet de pasjes die erin zitten. Opeens bedenk ik dat ik een pasje en m’n rijbewijs eerder die week in het hoesje vn m’n telefoon heb gestopt. Ben ik gelukkig niet helemaal afhankelijk van m’n man! Nog later bedenk ik dat ik m’n oplegmatras vergeten ben. Valt ook niet zomaar te kopen. Nu maar hopen dat het matras in de boot niet keihard is.

Plein in Altstad Bremen

Plein in Altstad Bremen

Tegen vijf uur rijden we Bremen in en het hotel is snel gevonden. Op de hotelkamer even uitrusten en ondertussen hebben we Frankrijk het 2e doelpunt tegen Uruquay zien scoren. We brengen daarna de auto naar een parkeergarage en verkennen de oude binnenstad van Bremen. Tussen de mooie oude (vanaf 15e eeuw) gebouwen ontdekken we al snel ‘die Bremer Stadtmusikanten’. Het beeld naar een sprookje van Grimm komt bekend vertrouwd voor en ik moet er van Joost bij poseren voor de foto.

Die Bremer Stadtmusikanten

Die Bremer Stadtmusikanten

Je kan je afvragen wie van de vijf de beste stadsmuzikant is. Eerder vroeg men zich af waarom deze dieren die balken, blaffen, miauwen en kraaien muzikanten worden genoemd. Het verhaal gaat dat de mensen in Bremen zo weinig muzikaal waren dat het geluid van deze dieren hen als muziek in de oren klonk.

Een biertje op het mooie marktplein luidt echt de vakantie in! Daarna volgt een wandeling langs de Weser promenade. Daarboven vele biergarten met tv schermen voor het WK. Arme Duitsers! Een Franse touriste loopt met de vlag van Frankrijk om haar heen vrolijk te zijn. Wij lopen naar het oudste wijkje van Bremen, Schnoor genoemd. Kleine smalle straatjes met kunstenaarswinkeltjes. Samen met het mooie weer doet het ons ook wel aan Split denken waar Mirjam nu is. We vinden snel een gezellig tentje om te eten. We drinken er bier bij dat zo ‘lokal’ is dat het alleen in dit restaurant te krijgen is. We wandelen langs de stadwal door het groen terug naar ons hotel. Na nog een drankje in de hotellounge rollen we zo ons bed in.