Københvn – dag 1


De rondvaarten stoppen op tijd en daarna blijkt Christianshvn een rustige plek. We genoten dan ook van een goede nachtrust. Na een kalm ontbijt in het zonnetje op het achterdek gingen we voor een kopje koffie naar de Nyhavn. Tegenover een oud lichtschip uit Gedser (er zijn daar inderdaad ondiepten) kregen we een hele kan. Konden we rustig leegdrinken en toeristen kijken.

Op miraculeuze wijze was gister bij het aanleggen mijn zonnebril verdwenen. (Ja, er zat een touwtje aan. Wel is dat touwtje oud en liet het wellicht al wat makkelijk los.) Ik zat tijdens het ontbijt dus al weer te knijpen. Het was dus zaak snel weer een nieuwe te kopen. Daarvoor naar het warenhuis in de buurt: Magasin du Nord. Ja, die naam klinkt chique! Voor een zonnebril snel geslaagd. Maar wij moesten deze winkel toch nog wat nader inspecteren. Het lijkt wel op de Bijenkorf,maar heeft zeker ook die dingen in de collectie waar we vroeger voor naar de V&D gingen. Sowieso, staat de collectie wat dichter op elkaar dan we van de V&D gewend waren – meer kleren per vierkante meter zeg maar. Op de dames afdeling zag Ellen echter niets waarvoor ze zelfs maar zou overwegen het te gaan passen. Een beetje oubollig vond ze het (geloof ik). Wel bijna een koffiekan en/of mooie pan gekocht. Ook zeer ruime en mooie collectie!

We liepen na het Magasin door een aantal winkelstraten. Allemaal ruim opgezet en voetgangersgebied. Daarna naar de botanische tuin (een park) waar we ons afvroegen of we hier in 2009 met de kinderen ook waren geweest. Toen we uiteindelijk in de kas terecht kwamen wisten we het zeker: die trappen waren we toen opgeklommen!

Bij de uitgang van de tuin zagen we al voor de tweede keer vandaag een standbeeld van Tycho Brahe .Een Deense astronoom, vooral bekend om zijn zeer nauwkeurige waarnemingen. Zijn (latere) assistent Keppler maakte er dankbaar gebruik van om zijn wetten op te stellen. Natuurlijk moest Tycho op de foto!

Na de lunch op het terras van een leuk buurtrestaurantje gingen we naar het Stratens Museum voor Kunst (in het Engels noemen ze zichzelf de National Gallery). Hier van alles gezien van Europese en Deens kunst. Ze hebben een paar Picasso’s, Matisse’s en zelfs iets van Rembrandt. En best veel Nederlands werk waar we de schildersnamen kennen  van de straten in Amsterdam Zuid. Ook vermeldenswaard is dat het een mooi gebouw is om in te zijn; wel moet er wel wat aan airconditioning worden gedaan – het was in veel zalen bloedje warm terwijl het buiten nog geen 20 graden was….

Terug naar de boot om eind van de middag even uit te puffen. Na een biertje op het achterdek snel naar binnen omdat het begon te regenen. Door de regen, zou zo weer over zijn, ook wat verlaat op weg naar het avondeten. Bleek ook in Christianshvn niet veel te zijn en toen we eindelijk wat gevonden hadden was dat vol. Inmiddels was de zon weer gaan schijnen. En niet veel later vonden we aan de overkant een Italiaan waar we respectievelijk vis en pizza hebben gegeten.

Kopenhagen, there we are!

Het is gelukt! We hebben Kopenhagen bereikt en liggen in de Christianshavn vlakbij de beroemde Nyhavn.


En dat na een superdag zeilen. De voorspellingen kwamen uit: veel zon en veel wind. We hadden besloten vroeg op te staan zodat we op tijd Kopenhagen zouden invaren in de hoop ook een plekje voor de boot in het centrum te vinden.  7 uur stonden we op en om 8 uur verlieten we de haven, ondanks de toen al matige wind ging dat vlekkeloos. Nou ja, alleen gehinderd door het gepiep van de gps (navigatie) omdat Joost per ongeluk op de ‘man over boord’ knop had gedrukt en deze niet meer uit kreeg. Dan maar de hele navigatie uit en op zee verder kijken. Bij het hijsen van van de zeilen een volgend probleem: de val van het grootzeil had zich om de deklamp (hoog in de mast) geslingerd en maakte het hijsen onmogelijk. Met een windkrachtje vier denk je die waait wel weer los, maar nee hoor. Joost had uit uiteindelijk een slimme oplossing gevonden wat werkte. Een kluwen lijn aan de val geknoopt en gehesen om gewicht in de zaak te brengen waardoor de val loskwam. Gelukkig, we zagen ons al op een superzeildag motoren!


We gingen als een speer, zo’n 7 a 8 knopen (mogelijk voegt Joost de statistieken weer toe) met vrijwel halve wind. En dan is het eigenlijk alleen maar toeschouwer zijn van het spel van de wind, de zeilen en het water. We voeren langs de krijtrotsen waar we de vorige avond nog gewandeld hadden. Twee uur verder kwam de Oresundbrug, de brug tussen Kopenhagen en Malmo in zicht. Deze verbinding tussen Denemarken en Zweden bestaat voor een deel uit een brug en voor een deel uit een tunnel. Wij voeren daar waar de tunnel was. Ondertussen pakten wolken boven Zweden zich samen en leidde ook tot een bui daar en bij ons tot verder aanwakkeren van de wind.


We moesten de zeilen strijken omdat de koers tegen de wind in zou gaan en we rustig wilden navigeren richting de stad. Ondertussen hadden we de zeegebieden van Kopenhagen in zicht met o.a. de industriehaven en het vliegveld. De toegang tot de stad was voor jachten een andere dan voor de vracht en cruiseschepen. Dat was wel goed geregeld. Zo voeren we heel relax de Bomlobet op, een zeearm die door Kopenhagen loopt. Het was geheel tegen onze verwachting op het water helemaal niet druk. Dit in tegenstelling tot de kades. We konden zo zien waar de zeemeermin stond: daar waar de meeste mensen zich samenpakten.

Waar rechtsaf de Nyhaven lag moesten wij linksaf de Tangraven in. Daar moesten we wachten voor de klapbrug, die toegang geeft tot de ingang van de Christianshaven. Een keer per uur wordt deze bediend. We waren er ruim voor drie uur en legden aan aan de wachtsteiger. We lieten Nederlanders bij ons langszij komen die in een vrij klein bootje (thuishaven Terherne) helemaal vanuit Friesland Kopenhagen hadden bereikt. Nu hadden zij 2 maanden vrij!

Om drie uur ging inderdaad de klapbrug open en konden we de haven binnen varen, zeer benieuwd of er wel plek voor ons was. De brug zou overigens om half 4 nog bediend worden en daarna pas weer om half 7. Je kan er nergens anders uit. Het was zoeken en een keer heen en weer varen, maar toen zagen we (als relatief grote boot) een plek langszij als derde boot in de rij. De twee boten leken niet bemand en we waagden de gok maar. Zonder hulp van bemanning op zo’n boot was het nog een hele toer goed vast te komen liggen. Maar toen we eenmaal lagen waren we zeer tevreden. Helemaal toen later de havenmeester langskwam en vertelde dat die andere twee boten nooit vaarden. We kunnen hier dus makkelijk een paar dagen blijven liggen zonder te hoeven verplaatsen. Met wat geklauter langs kade en de voorliggende boten konden we ons ook van elektriciteit voorzien. We dronken een biertje in de kuip met zicht op de ene rondvaartboot na de andere. We horen de gidsen steeds opnieuw vertellen dat dit klein Amsterdam is. Vandaar dat we ons hier zo thuis voelen.

Hoewel we best moe waren na zo’n dag gaan we nog even de stad in, we moeten namelijk nog wat eten. Bij de Nyhaven is het erg gezellig, daarbij een klein pleintje vol mensen die luisterden naar een jazz bandje (ivm het Jazz festival). Daarvoor dansten, oa een stel van minstens 80 plus (deed ons denken aan Wim en Wil Bots) en nog meer ouderen, op de muziek. Ik moest het filmen, het was zo vrolijk, mooi, ongegeneerd, en al die mensen die toekeken met een glimlach op hun gezicht!

Køge vv per trein

De weersverwachting was voor zomerzeilers in meerdere opzichten niet best. Allereerst, de hele dag geen wind van betekenis. Ten tweede, de hele dag wel regen. Nu kunnen we op de motor natuurlijk best een stukje door de regen varen. Maar waarom zouden we; we hoeven nergens heen en de verwachting voor morgen is een lekkere NW-wind (kracht 3 a 4) en zonnig. We gaan vandaag dus niet een stukje van ons zeilplezier van morgen wegmoteren…


En we hebben in Denemarken nog niet eerder per trein gereisd. En op half uur treinen ligt een oud stadje: Køge. Ellen had er van alles over gelezen en dus gingen we na rustig opstaan op weg naar het station. Kaartje kopen en instappen in het ene treinstel. Het was niet druk.

Køge bleek enorm aan het verbouwen te zijn. Met name een brede band langs het spoor. We gingen eerste het oude centrum in. Na koffie (met gebak) zagen we inderdaad wat oude vakwerkhuizen en een groot plein waar ook enkele marktkraampjes op stonden. In het kerkje bleek net een orgelconcert afgelopen (Bach, Mendelssohn en Schumann, helaas gemist); een twintigtal bezoekers kwam net naar buiten zetten.

Het is een stadje maar het bruiste niet erg. Dat kwam ook omdat we de oude haven niet zo gemakkelijk konden vinden, en die zou toch aan het oude centrum moeten grenzen. Maar de brede band verbouwingen bleek daar dus tussen te zitten. Via de perrontunnel van het station konden we te voet aan de goede kant komen. Toen nog wat zoeken en jawel, we vonden een rijtje restaurants.
Daar heel Deens een verzamelschotel besteld (om te delen). Op de foto’s wat we bestelden en wat we kregen (A of B?) Het was bijzonder, over het algemeen lekker en er was zowel rauwe vis als smorrebrot bij.

Daarna met de trein maar weer terug naar de boot in Rødveg. Kopje thee, een boek, we vermaken ons wel. Toen ook op de boot ons maaltje gaan koken: Pasta met saus van verse groenten. Het eten was bijna klaar toe er op onze boot werd geklopt. Naar buiten gesneld; bleek het een Duitser te zijn die 5 weken terug ook op deze boot had gevaren. En dat wou hij ons even laten weten. Mijn Duits leed niet onder mijn verbazinng en ik kon hem vertellen dat de boot ons ook erg beviel en dat we op weg naar het Noorden waren. Zijn vriendin vond de situatie ook wat bijzonder. Kon terug in de kombuis net op tijd voorkomen dat de saus aanbrandde.

Na het eten bleek de regen eindelijk gestopt en kwam er zelfs een bleek zonnetje tevoorschijn. We hebben ons klaar gemaakt voor een avondwandeling; we gingen de rode pijlen volgen langs Stevns Klint (met uitzicht op Møns Klint) en een oude kalksteengroeve. Op driekwart bleek dat we langs een drukke weg terug moesten lopen; we hebben de route dus maar wat uitgebreid. Na twee uur lopen, net na zonsondergang, klommen we weer op de boot.

Langs Mons Klint naar Rodvik (25 mijl)

Het is hier niet saai, althans het weer niet. Gisteravond regende het nog behoorlijk en vanochtend zie ik bij het wakker worden een stralend blauwe lucht door het zijraampje. Dat komt goed uit! Vandaag gaan we langs de krijtrotsen van Mons Klint varen. Vorig jaar was het daar geen weer voor en zijn we niet verder gekomen dat Klintholm. Nu gaan we verder. In de ochtendzon zijn de krijtrotsen het beste te zien. Eerst moeten er nog wat boodschappen gedaan worden in de ‘skibsproviantering’ (Deens is niet moeilijk), oa een koffiekan. Terug op de boot was Joost aan het bellen, met z’n werk bleek. Gelukkig hebben we op zee geen bereik!

Uitvaren is altijd leuk. Zoals ook varen op zee leuk is en weer ergens aankomen. Het een niet zonder het ander. Ik zou geen wereldzeiler kunnen zijn en dagen op zee zitten.  We motoren het eerste stuk, er is nog niet zoveel wind, er staat een heerlijk zonnetje. Koffie gezet en ingeschonken en dan komen de krijtrotsen in zicht. Schitterend! Onder het genieten denk ik opeens: hoe kan het op zee naar brand ruiken? Oeps, dat moet in de boot zijn! Snel duik ik de kajuit in om een zwartgeblakerd melkpannetje van het vuur te halen.


Aan het einde van de 7 km lange krijtrotsen  gaan de zeilen omhoog. Met halve wind uit het Westen gaan we met een aardig vaartje. De lucht trekt dicht en de krijtrotsen worden aan ons gezicht onttrokken alsof de natuur zegt: jullie hebben de voorstelling gezien, dan kan het gordijn weer dicht. De wind trekt lekker aan en we gaan met 5-6 knopen op weg naar Rodvik zo’n 15 mijl te gaan.

Vandaag niet zo’n lange tocht, want twee lange dagen op zee zijn wel even genoeg geweest. De haven is al behoorlijk vol, maar er is nog wel plek. De boxen zijn in verhouding vrij lang en een lijn blijkt te kort om een paal te kunnen halen. Gelukkig ligt er nog een langere in de bakskist en na getover met lijnen liggen we uiteindelijk rond een uur of drie helemaal goed. We genieten in de kuip van een verlate lunch en van alle bootjes die binnen komen, temeer daar de zon weer te voorschijn is gekomen. De middag wordt besteed aan een dutje doen en een boek lezen. Na een rondje in het dorp,  wat niet zoveel voorstelt, eten we bij de Thai vlak bij onze boot. En daarna: koffie in de kajuit, een muziekje op, blogje schrijven, boek lezen en de tocht voor morgen plannen.

Gedser – Klintholm: 35 mijl is best ver met wind uit onverwachte hoek

We verbazen ons zelf. Na weer een goede nacht, een prima muesli ontbijt en het terugbrengen van de Haven card verlaten we ruim voor 9 uur de havenbox. Ook echt prima getimed om, als de voorlijnen en stootwillen weer op hun plek zijn opgeruimd, achter de Ferry aan de vaargeul in. Ellen ging ondertussen koffie zetten.

Het weer was in een aantal opzichten minder dan gister. Het was bewolkt en het zou eind van de dag gaan regenen. Maar het waaide nu wel. Een krachtje 3 hooguit matig 4. Maar die werd verwacht uit Zuid-Oostelijke richting en omdat wij het hoekje om bij Gedser naar Klintholm in Noord-Oostelijke richting wilden leek dat allemaal goed bezeilbaar.

Maar toen we halverwege de vaargeul de zeilen hadden gehesen om in Oostelijke richting een boei onder Gedser te ronden en daarna naar een rechte lijn naar Klintholm af te vallen hadden we twee tegenslagen. Allereerst was de thermoskan koffie in de gootsteen omgevallen. De thermoskan bleek lek en alle koffie weggelopen. We dronken dan maar een koude cola.
Erger was dat de wind helemaal niet uit Zuidoostelijke richting kwam; op zijn best was het Oost. Dat leverde al wat gelaveer op om de boei te ronden (zodat we niet vastliepen); geen fraai patroon op het vaarkaartje (de Hati is de doorgetrokken rode lijn). Maar daarna konden we hooguit met 20 graden naar het Noorden. Wel lekker een paar uur met 5 knopen aan de wind. Maar het gevolg was dat we nog slagen moesten maken. En toen we zo’n bij Hestehoved waren nam de wind af en de regen toe. Omdat het gedurende de dag ook steeds kouder werd, we honger kregen en we wisten dat het in Klintholm Haven best druk kon zijn hebben we zo’n 10 mijl van ons doel de motor aangezet en rechtstreeks koers gezet naar de haven.

Om een uur of 6 liepen we de inderdaad volle haven binnen. Weinig wind; op ons gemak probeerden we eerst twee plaatsen in de jachthaven (te smal en te ondiep) waarna we in de Vissershaven een plekje vonden. Vriendelijk werden onze lijnen aangenomen door een Duitse mevrouw en niet veel later lagen we keurig aan de wal en de elektrische stroom. Tijd om de openingstijden van de winkel te controleren, een restaurant te reserveren, havengeld te betalen en (Ellen dan) te douchen.

Na al deze activiteiten ging ik op weg naar een welverdiend biertje in de kajuit. Werd echter aangesproken door de havenmeester. Die moest nog een ferry van 50m ontvangen en wij lagen in de weg. Na wat gepalaver ben ik alleen naar een nieuwe plek gevaren waar ik met zijn hulp aanlegde. Iets verder van het dorp – maar ook van de visverwerking.

Ellen was inmiddels schoon en het was ook al tijd om naar het restaurant te gaan. Een gezellige plek, met goed Italiaans eten, die we ons herinnerden van vorig jaar. Na haar Caprese kreeg Ellen geen Tagilatelli maar Tagliata; bleek ook erg lekker. Hoewel ook de Mosselen en spaghetti al la carbonara goed vulden namen we beiden toch nog een toetje. De Ananas carpaccio met kokosijs was hemels…